Islamitische feestdag helpt integratie niet
Op het idee een tweede, algemeen erkende (christelijke) feestdag in te wisselen voor een islamitische, heeft mr. G. Holdijk positief gereageerd. Afgelopen zaterdag gaf hij een uitleg van zijn positie. Voor drs. A. A. van der Schans staat vast dat het invoeren van een islamitische feestdag het integratieprobleem niet oplost.
Voor de kerstdagen heeft mr. G. Holdijk een interview gehad met het Nederlands Dagblad. Via een kort verslag van dit interview in deze krant kwamen we onder andere te weten dat de heer Holdijk bereid is een tweede christelijke feestdag in te wisselen voor een islamitische feestdag. Zo links en rechts om me heen hoorde ik nogal wat onbegrip over deze stellingname. Zelf was ik ook niet gelukkig met dit standpunt.
In het Reformatorisch Dagblad van afgelopen zaterdag heeft SGP-senator Holdijk zijn opmerkelijke gedachten toegelicht. Op mij kwam de bijdrage van de heer Holdijk over als een vorm van hardop denken, waarvan de lezers deelgenoot gemaakt werden. Dat laatste gebeurde niet vrijblijvend, als ik me niet vergis. De heer Holdijk hoopt dat staatkundig gereformeerden met gedachten komen om het probleem van een mislukte integratie op te lossen.
Niet helder
Ondanks veel in zijn schrijven dat herkenning oproept, is er ook veel in zijn artikel dat verwarrend en onduidelijk is. Herkenbaar is zijn constatering van de kloof tussen de theocratische norm en de werkelijkheid van onze geseculariseerde samenleving. De manier waarop de SGP de laatste maanden geridiculiseerd is in de media, waarbij vergelijkingen met het Taliban-bewind niet geschuwd werden, is hiervan een duidelijke illustratie. Zijn worsteling om als volksvertegenwoordiger en politicus een begaanbare en succesvolle weg te gaan met betrekking tot de integratie van moslims in onze samenleving, is een terechte waarschuwing tegen allerlei vormen van simplisme op dit gebied. Toch moeten we de door Holdijk gewezen weg niet op, wanneer hij spreekt over het inwisselen van een tweede christelijke feestdag voor een islamitische.
Helder is Holdijk over dat laatste in zijn artikel overigens niet. Aan de ene kant zegt hij positief gereageerd te hebben op de suggestie van een journalist een christelijke feestdag in te wisselen voor een islamitische. Maar enkele zinnen verderop in zijn bijdrage zegt hij, niet het pleit te voeren voor zo’n suggestie.
Integratieprobleem
Laten we de door Holdijk genoemde achtergrond van zijn persoonlijke gedachten eens nader beschouwen. Aanvankelijk was hij van mening dat deze inwisseling een bijdrage zou zijn aan de oplossing van het integratieprobleem. Al heel snel voegt hij eraan toe hiervan nog niet zo zeker te zijn.
Voor mij staat vast dat het invoeren van een islamitische feestdag niets oplost aan het integratieprobleem. In de gemeente Bodegraven wordt, net als in talrijke andere gemeenten, op heel veel manieren tegemoetgekomen aan wensen en verlangens van moslimgroeperingen. Ze krijgen subsidies voor eigen verenigingen, ze hebben eigen cafés en andere voorzieningen gekregen, enzovoort. Maar op Koninginnedag bijvoorbeeld zie ik van de honderden moslims in Bodegraven er niet één meezingen tijdens de aubade. Op mijn vraag aan de imam hoe hij aankeek tegen wat wij de integratieproblematiek noemen, keek deze me onbegrijpelijk aan. „Wij willen blijven wie we zijn”, antwoordde hij. De gedachte ”wij doen wat voor jullie -in dit geval geven we een islamitische feestdag- opdat jullie ons in ruil daarvoor iets teruggeven” -namelijk een zekere vorm van integratie-, is wezensvreemd aan de islam. Het is dan ook een typisch westerse gedachte.
Wat heeft Holdijk voor ogen wanneer hij in het verband van dit onderwerp spreekt over een tweedeling in onze samenleving met gettovorming, geweldpleging en criminaliteit? Kun je feitelijk spreken van een toename van deze verschijnselen als gevolg van falend overheidsbeleid ten aanzien van de integratie van moslimgroeperingen? Ik reken me niet tot diegenen die het overheidsbeleid dienaangaande als mislukt beschouwen. Ik zie ook geen andere Europese landen waar de integratie in vergelijkbare situaties beter en idealer verloopt. Holdijks opmerking dat volgens een enquête meer dan de helft van de Nederlandse moslims niet hun afkeuring uitsprak over de terroristische aanslagen in de VS, gaat voorbij aan het feit dat heel breed -door allochtonen en autochtonen- de kwaliteit van deze enquête is gehekeld. Verliest Holdijk de maat niet uit het oog als hij spreekt van een doemscenario?
Theocratie
Of ik dan de multiculturele samenleving, zoals deze zich in ons land manifesteert, als zodanig wil verdedigen of koesteren als nastrevenswaardig? Nee. Trouwens, wat verstaan we eigenlijk onder integratie? De gedachtegang van de heer Holdijk is voor mij onnavolgbaar wanneer hij de hoop uitspreekt de kern en het wezen van de theocratie niet verloren te laten gaan, maar tegelijkertijd omwille van de harde feiten christelijke feestdagen voor islamitische lijkt te willen opofferen. Kunnen we op de genoemde punten van de feestdagen niet anders dan dit accepteren? Het woord accepteren wil ik ten aanzien van de door Holdijk bedoelde en door mij herkende maatschappelijke ontwikkeling, toch liever niet gebruiken. Te weinig klinken onze zorg en ons leedwezen er in door over een situatie waarin we omwille van het geloof en het geweten nimmer kunnen en mogen berusten. Het is een situatie die ons in figuurlijke zin overweldigd heeft. Theocratische politiek beoogt het ware welzijn van het hele volk. Hiertoe behoort ook het handhaven en bevorderen van een samenleving volgens christelijke principes.
Daarom dienen we ons kritisch op te blijven stellen tegenover alles wat een bedreiging vormt voor de voortgang van het christelijk geloof. Met Holdijk ben ik van mening dat het verschijnsel van de tweede kerstdag niet de kern van dat geloof uitmaakt. Maar de christelijke feestdagen symboliseren ondanks alles een christelijke traditie. Niet buiten de werkelijkheid, maar in de werkelijkheid zullen we de roeping en het ambt van elke overheid moeten blijven belijden: om het Koninkrijk van Jezus Christus te doen vorderen.
De auteur is raadslid voor de SGP in Bodegraven.