Andrew Murray belangrijk voor christelijk Nederland
Bestudering van schrijvers als Andrew Murray is van belang als antwoord op de achteruitgang van het christelijk geloof in Nederland, denkt ing. C. M. Uijl.
In RD 3-8 stond een interview met dr. C. P. Polderman over studeren in een seculiere wereld. In RD 10-8 schreef dr. Paul Wells over de strijd tussen licht en duisternis die tastbaar is in Nederland. Twee artikelen die op het eerste gezicht los van elkaar staan, maar toch heel veel met elkaar te maken hebben.
Wells vraagt zich af hoe de hedonistische tolerantie overheersend is geworden in Nederland op een schaal die zelfs binnen Europa verbazingwekkend is. Hij zoekt het antwoord onder meer in het materialisme, dat het geestelijk leven verstikt. Polderman spreekt de vrees uit dat maar weinig reformatorische jongeren biddend zoeken naar een levensroeping in bijvoorbeeld onderwijs, zending of theologie. „We zijn over het algemeen veel te materialistisch en te weinig ideëel-geestelijk ingesteld”, zo merkt hij op.
Hier blijkt al een samenhang tussen de twee artikelen. Maar er is meer. Volgens sommigen, zegt Wells, hebben de leer van de veronderstelde wedergeboorte of de uitwassen van de hyperorthodoxie de veranderingen in Nederland versneld. Dit lijkt mij een juiste gedachte. De leer van de veronderstelde wedergeboorte leidde ertoe dat de Gereformeerde Kerken in de vorige eeuw duizenden leden verloren. In de meer orthodoxe kerken keerde men zich tegen deze leer, maar ging men als gevolg hiervan dogmatischer preken en de uitverkiezing centraal stellen. Maar dat de gemeente –zoals Paulus schrijft– tot geloof bewogen werd en dat de keuze voor het dienen van God ten volle op de gemeente werd gelegd, dat bleef vaak achterwege.
Daarom wil Polderman de jongeren wijzen op wat de bron van de studiekeuze moet zijn. Het gaat niet om het beheersen van gereformeerde dogma’s, om het verdedigen van bepaalde tradities, maar om het bestuderen van de Bijbel. Laten de jongeren het allereerst bij de Bron zoeken. Laten studenten zich in hun vrije tijd inzetten voor evangelisatie en bidden om de doorwerking van de Geest.
Hij verwijst hiervoor naar Andrew Murray. Deze was geen dogmatische pluizer, maar een evangelische verbreider van het Evangelie. Zijn geestelijk leven roept jaloersheid op. Deze reformatorische prediker heeft veel zegen op zijn arbeid gezien en een geestelijke opwekking in zijn gemeente in Zuid-Afrika meegemaakt. Ook door zijn vele over heel wereld verspreide boekjes is hij velen tot zegen geweest. En wat de kritiek op Murray betreft: heeft men wel het niveau van het geestelijk leven van Murray om een echte gesprekspartner van hem te zijn?
Ik denk dat bestudering van iemand als Murray een belangrijk antwoord kan zijn op de achteruitgang van het christelijk geloof in Nederland en een wapen in de strijd tegen de macht van de duisternis waarin ons land steeds meer wegzakt.
De auteur woont in Sommelsdijk.