Mantelzorg
Leden van de Tweede Kamer gaan tijdens het zomerreces nogal eens de samenleving in, om van heel dichtbij te zien hoe zaken eraan toegaan.
Als predikant ervaar ik iets dergelijks als ik, meest in de vakantiemaanden, mede leidinggeef aan een vakantieweek voor mensen met een beperking. Dit jaar was dat voor het eerst tijdens een vakantieweek voor dementerenden en hun mantelzorgers. Behalve dat het mooi is om in zo’n week te kunnen dienen en mee te werken aan een zegenrijke week voor gasten, leer ik ook als predikant veel. Het is anders dan wanneer je een uur bij een dementerend gemeentelid op bezoek bent. Je trekt nu een week samen op.
Ik leerde ook veel over degene van wie de man of de vrouw dement wordt en die voor de ander moet gaan zorgen. Daarom volop aandacht voor deze mantelzorgers. Waar dat woord precies vandaan komt, heb ik overigens niet kunnen ontdekken.
Mantelzorgers kiezen meestal niet voor hun taak. Hij komt op hun pad. Ze rollen er vaak zomaar in. Hun naaste wordt ziek en zij gaan helpen. Er zijn er onder hen die uiteindelijk 24 uur per dag 7 dagen per week deze taak vervullen. Jongere mensen moet dit nogal eens opbrengen naast hun dagelijks werk en/of de zorg voor andere gezinsleden. Ouderen moeten het gaan doen als hun dagen gaan tellen.
Als de partner dement wordt, speelt er meer. Kon de mantelzorger vroeger moeiten delen in het huwelijk, nu valt ook die steun vaak langzaam weg. Juist als dat delen van de moeite zo gewenst is. Er is zo veel te verwerken. De dementerende man of vrouw kan soms ook van karakter veranderen. Een deel van de mantelzorgers heeft voordat dit zich aandient nauwelijks zorgtaken verricht. Als zorgen iemand niet zo ligt, kan het moeilijk zijn er opeens invulling aan te moeten geven.
Vanwege de betrokkenheid bij de ander is er ook nog het lijden aan wat er gaande is. Je man of vrouw zien lijden en daar zelf aan lijden. Naast de zorg voor die ander zijn er de taken die de ander deed. Wie moet die op zich nemen? Het huis verkopen zou samen of door de ander zijn geregeld, maar nu kan de ander er niet meer over meebeslissen. De dementerende veroorzaakt soms ongewild en onbewust problemen. De ander moet die dan zien op te lossen.
In de genoemde vakantieweek werd heel wat gezegd. Ook op die morgen dat mantelzorgers er samen over spraken. Ze kunnen elkaar, merk je dan, zo tot steun zijn en van zinvolle adviezen voorzien. Een ervan was: regel tijdig hulp van anderen, want als je eenmaal te moe bent, ben je die vermoeidheid niet zomaar kwijt. Verder: blijf naar momenten zoeken die echt voor jezelf zijn. Regel dan goede vervangende zorg, zodat je met een gerust hart even echt afstand kunt nemen. Zo houd je het beter vol. Er moet voor mantelzorgers ook tijd zijn om zich op de situatie en hun taak daarin te bezinnen.
Mantelzorgers hebben behoefte aan pastorale zorg. Dat vraagt meer van een bezoeker dan men wel eens denkt. De bezoeker moet werkelijk een luisterend oor kunnen bieden. Mag de mantelzorger zich eens helemaal uitspreken? Kan de bezoeker de machteloosheid die dan kan klinken aan, of komt hij of zij al snel met adviezen, kalmerende woorden of mooie teksten?
Kerkelijke gemeenten kunnen mantelzorgers helpen bij hun taak. Er zijn prachtige voorbeelden van gemeenten waar leden helpen zorgen. Vanzelfsprekend is het allemaal niet. Gemeenteleden hebben ook hun banen en hun nabije naasten. Het is van belang dat een of meer ter zake kundige gemeenteleden de zorg coördineren en goed weten welke zorg er vanuit diverse instanties geboden kan worden.
Ik wil het niet gemakkelijk zeggen, maar ik ken wel de grootste Mantelzorger! Wat staat God 24 uur per dag en 7 dagen per week klaar voor mensen die ondankbaar zijn en merkbaar zondaren zijn. Ook nog eens met grote bewogenheid met hun situatie.
De Geest van deze God hebben mantelzorgers nodig. Ook Zijn hulp. Ik denk vooral aan hoe Jezus in die grote zorg van Zijn mantel werd ontdaan. Dit om mensen eeuwig met heil te bekleden.
De auteur is hervormd predikant te IJsselstein. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl