VS en EU: Assad moet opstappen
BRUSSEL/WASHINGTON – In navolging van de Verenigde Staten wil ook de Europese Unie dat de Syrische president Bashar al-Assad vertrekt. Volgens de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, heeft Assad in de ogen van het Syrische volk zijn legitimiteit volledig verloren.
Dat staat in een verklaring van EU-buitenlandchef Catherine Ashton. Zij kondigde verdere sancties tegen het regime aan.
De Amerikaanse president Barack Obama heeft president Bashar al-Assad van Syrië donderdag opgeroepen op te stappen. „In het belang van het Syrische volk is het moment gekomen dat president Assad vertrekt”, staat in een verklaring die het Witte Huis heeft uitgebracht.
Obama stelt dat het volk van Syrië de toekomst van dat land moet bepalen. „Zijn oproepen tot een dialoog en hervormingen zijn hol gebleken, terwijl hij zijn eigen volk gevangen zet, martelt en afslacht”, zegt Obama. De president beschouwt de hardhandige onderdrukking van de demonstranten tegen Assads bewind als een „ongebruikelijke en buitengewone bedreiging voor de nationale veiligheid, het buitenlandse beleid en de economie van de Verenigde Staten”.
De president tekende donderdag een decreet waardoor alle Syrische tegoeden in de Verenigde Staten worden bevroren. Ook is de import van olie en olieproducten uit het Arabische land in de Verenigde Staten verboden. Het decreet verbiedt Amerikaanse bedrijven, waar ze ook zijn gevestigd, transacties af te sluiten die met Syrische olieproducten te maken hebben.
Obama is volgens een woordvoerder van het Witte Huis niet van plan de Amerikaanse ambassadeur in Syrië, Robert Ford, terug te roepen. „Wij hebben hem daar nodig”, aldus de woordvoerder.
Ook minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) vindt dat de Syrische president Bashar al-Assad moet opstappen. De maat is vol, zei hij donderdag over het aanhoudende geweld van het regime tegen de eigen bevolking.
Volgens Rosenthal komen op initiatief van Nederland de EU-ambassadeurs in Brussel bijeen om te spreken over aanscherping van sancties tegen Syrië. Het gaat om het aanpakken van winstgevende (overheids)bedrijven en een telecombedrijf en mogelijk de energiesector (olie).
Rosenthal ziet liefst dat de VN Veiligheidsraad snel bijeenkomt zodat er een verzoek uit kan naar het Internationaal Strafhof in Den Haag om een onderzoek beginnen „tegen de misdrijven van het regime van Assad”.
Nederland roept de ambassadeur nog altijd niet terug. Hij blijft daar „oog en oor” voor de Nederlandse regering en onderhoudt contacten met de oppositie in Syrië, aldus Rosenthal.
Maandag komt de Mensenrechteraad van de VN bijeen. Die vergadering moet leiden tot een veroordeling van het geweld.