Spiritualiteit als keuzepakket voor moderne mensen
Als medewerker van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft Joep de Hart zich de afgelopen jaren diepgaand beziggehouden met de plaats en de betekenis van de religie in de moderne samenleving.
Recent werd hij benoemd als bijzonder hoogleraar vanwege de stichting Kerk en Wereld aan de Protestantse Theologische Universiteit. Zijn onlangs verschenen boek, ”Zwevende gelovigen. Oude religie en nieuwe spiritualiteit”, geeft onmiskenbaar blijk van zijn brede kennis op dit terrein. De literatuuropgave bevat niet minder dan 34 bladzijden.
Zoals de ondertitel al aangeeft, gaat het De Hart niet alleen om de gevestigde kerken, maar ook om allerlei uitingsvormen van nieuwe spiritualiteit. „Tussen de afbrokkelende bastions van het oude, christelijke geloof en de verlichte voorposten van het ongeloof”, zo schrijft hij, „ligt een uitgestrekt niemandsland waarin zich een meerderheid van de bevolking lijkt op te houden.”
Veel mensen beschouwen zich niet als gelovig en zeker niet als kerkelijk, maar noemen zich wel spiritueel. Veelal zijn dat tamelijk individueel opererende zoekers. Het is ”believing without belonging” (geloven zonder ergens bij te horen), en daarom niet zo gemakkelijk in kaart te brengen. Het gaat bijvoorbeeld om het geloof in reïncarnatie en magie. Er is sprake van bepaalde spirituele voorwerpen en heilige plaatsen. De ontwikkeling van de eigen geestelijke vermogens staat centraal. Intuïtieve ervaringen krijgen de nadruk.
Ook velen die wel tot een kerk behoren, vertonen duidelijk een bepaalde affiniteit met dit gedachtegoed. Vooral rooms-katholieken voelen zich hiertoe aangetrokken. Een radicale afwijzing van deze nieuwe spiritualiteit vinden we daarentegen zowel bij overtuigde ongelovigen als bij behoudende protestanten. Dat is een merkwaardige coalitie, maar het komt wel vaker voor dat de uitersten elkaar raken.
Overigens wijst De Hart erop dat de hedendaagse holistische spiritualiteit niet echt nieuw is. Zij heeft haar voorlopers in de romantiek. Bijna alles wat zij te bieden heeft, was een eeuw geleden ook al in omloop. Wat veranderd is, is de schaal waarop dit beoefend wordt. Thans voelen brede lagen van de bevolking zich daartoe aangetrokken.
Onmiskenbaar heeft dat te maken met de dramatische krimp van de traditionele kerken. Dat geldt vooral de Rooms-Katholieke Kerk. Sinds 1970 liep het kerkbezoek daar terug met zes zevende, het aantal doopbedieningen met twee derde, het aantal huwelijken zelfs met negen tiende. Daarentegen verminderde het aantal leden slechts met een vijfde. Kennelijk is er een grote groep randkerkelijken ontstaan. In de Nederlandse Hervormde Kerk deed zich dit verschijnsel al veel eerder voor.
Onder de hedendaagse rooms-katholieken is de instemming met de traditionele christelijke geloofsvoorstellingen ook aanzienlijk geringer dan bij de protestanten. De Hart spreekt in dit verband van een modularisering van de traditie. Sommige elementen worden nog breed onderschreven, maar andere zijn terzijde geschoven. In het algemeen geldt dat de optimistische kanten van het geloof (leven na de dood, wonderen) de meeste aanhang vinden. Veel minder geldt dat voor de schaduwkanten: de mens als kwetsbaar en zondig wezen, het bestaan van duivel en hel.
Evangelischen en gereformeerden vormen een uitzondering op de algehele kerkelijke malaise. „Wie de gelovigen van de Gereformeerde Gemeenten zondags bij hun diensten ziet aanschuiven, krijgt allerminst de indruk van een uitgedunde en uitgebluste seniorensociëteit”, aldus De Hart.
Alles bij elkaar geeft deze studie een diepgravend en goed onderbouwd beeld van het hedendaagse religieuze en spirituele landschap. De klassieke secularisatiethese staat ter discussie. Veel mensen hebben kennelijk behoefte aan iets dat uitstijgt boven het rationele. Maar zij kiezen dan wel voor een zelfgefabriceerde spiritualiteit, die hier en daar wat ontleent aan de christelijke tradities, maar waar helaas het Woord van God zijn gezag volstrekt verloren heeft.
Boekgegevens
”Zwevende gelovigen. Oude religie en nieuwe spiritualiteit”, door Joep de Hart;
uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 351 3628 1; 326 blz.; € 29,50.