Commentaar: Misbruik uit de doofpot
Wederom staat de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) in Nederland in de schijnwerpers. Dinsdag werd bekend dat het openbaar ministerie onderzoek gaat doen naar een opvallend hoog aantal sterfgevallen van jongens in een rooms-katholieke psychiatrische instelling begin jaren vijftig in het Limburgse Heel. De commissie-Deetman, die vorig jaar maart werd ingesteld om onderzoek te doen naar het misbruik, vindt het grote aantal verdacht. Het is tot op heden niet duidelijk of hier sprake is van verwaarlozing, bijzondere ziekten of dat er ook een relatie is met seksueel misbruik.
Vervolgens werd gisteren bekend dat bij een andere zorginstelling in Heel voor meisjes eveneens sprake was van relatief veel sterfgevallen. Hier gaat het bestuur zelf onderzoek doen.
Hiermee blijven de berichten over dubieuze kwesties rond vooral jongens in de RKK aanhouden. Aanvankelijk kwamen ze uit het buitenland, maar begin vorig jaar bleek dit ook ons in land te zijn voorgekomen in met name de jaren vijftig en zestig. In eerste instantie werd de kwestie door de RKK gebagatelliseerd, maar toen er een stroom van meldingen op gang kwam was er geen ontkennen meer aan. Het deksel vloog van de doofpot en een beerput ging open.
Een goede beslissing van de RKK was om een onderzoekscommissie in te stellen met een onafhankelijk voorzitter in de persoon van oud-Kamervoorzitter Deetman (CDA). Inmiddels zijn er al meer dan 2000 meldingen van seksueel misbruik binnengekomen en nu is er de kwestie van het onverklaarbaar hoge aantal sterfgevallen in Heel.
Verschillende slachtoffers hebben hun ervaringen naar buiten gebracht. Hun levensverhaal is veelal diep triest. Door het misbruik in hun jeugd is het leven van menigeen geruïneerd. Tientallen jaren hebben velen hun verschrikkelijke ervaringen naar de achtergrond proberen te drukken en is hun gevoelsleven zodanig aangetast dat ze grote moeite hebben om met anderen, zelfs met degenen die dicht bij hen staan, om te gaan. Het is daarom belangrijk dat er goede zorg is voor hun problemen.
Als oorzaak van het seksueel misbruik wordt gewezen op de combinatie van celibaat, het in een gesloten gemeenschap leven van leerlingen en leidinggevenden (waarbij ze soms zelfs in dezelfde zaal sliepen), een sterk gezag van de kerk en een zwijgcultuur. Deze punten spelen inderdaad een belangrijke rol. Daarom spelen ook nu nog zaken als integriteit, openheid en het goed invullen van verantwoordelijkheid door leidinggevenden een belangrijke rol.
De kwestie van het seksueel misbruik in de RKK moet tot nadenken stemmen. Het gaat in feite iedereen aan. Of het nu gaat om gezin, school, kerk, vriendengroep, et cetera. Ook daar komt dit -helaas- voor. Wie staat, zie tot dat hij niet valle.
Belangrijk is dat het misbruik niet in de doofpot wordt gestopt. Dat dreigt zo makkelijk te gebeuren, met als argument dat anders de naam van de familie, de school of de kerk wordt aangetast. Het is echter niet in het belang van het slachtoffer om te doen alsof er niets aan de hand is. Integendeel. Er is juist goede begeleiding nodig. Daarbij mag zeker het gebed voor slachtoffer én dader niet ontbreken.