Rijksmuseum-directeur Wim Pijbes wil af van het rijdend verkeer in de onderdoorgang van zijn museum. Het levert gevaar op voor bezoekers, stelt hij. Behalve van de fietsers voorziet hij vooral van het groeiende aantal scooters en brommers ellende. Pijbes vindt de passage te mooi om dienst te laten doen als fietspad en wil er kleinschalige culturele evenementen organiseren.

Het stadsdeel zegt wel dat er „door voortschrijdend inzicht” meer ruimte is voor discussie. Zo wil het bestuur zich wel buigen over de potentiële overlast van scooters en brommers. „Maar we zijn niet genegen de onderdoorgang te sluiten voor fietsers”, aldus de woordvoerster.

De Fietsersbond staat ook niet te springen bij het idee. „Het is niet ideaal”, aldus een woordvoerster. „Bij sluiting van de fietstunnel moet er een andere mooie, veilige route zijn voor fietsers vanuit het centrum van Amsterdam naar het zuiden. Dat moet niet de huidige omleidingsroute zijn.”

De onderdoorgang van het Rijksmuseum is onderwerp van langslepende discussies. Voor de grootscheepse verbouwing jaren geleden begon, wilde het museum de nieuwe hoofdingang in het midden van de passage realiseren. Dat stuitte op weerstand van het toenmalige stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid, de Fietsersbond en bezorgde buurtbewoners, die meenden dat fietsers en voetgangers de passage moeten kunnen blijven gebruiken.

Het museum zag zich gedwongen de hoofdentree te verplaatsen naar de binnenhoven van het monumentale gebouw, die tijdens de renovatie zijn opengebroken. De afspraak was dat de onderdoorgang na voltooiing weer wordt opengesteld voor fietsers. Volgens Pijbes zijn die afspraken achterhaald.