Op jaarbasis bedroeg de economische groei van de eurozone 1,7 procent. Dat is fors minder dan de 2,5 procent groei in het eerste kwartaal. De afzwakkende economie in de eurozone was vooral het gevolg van verslechterde prestaties in Duitsland en Frankrijk.

In Duitsland daalde de groei het hardst. Terwijl in het eerste kwartaal nog een groei werd geboekt van 1,3 procent, moesten de Duitsers nu genoegen nemen met een magere 0,1 procent. In Frankrijk daalde de groei met 0,9 procentpunt zelfs naar nul.

Finland heeft nog geen last van groeivertraging. Het land noteerde zelfs een stijging van 0,8 procentpunt ten opzichte van het eerste kwartaal. In Italië en Oostenrijk nam de groei licht toe.

In de 27 EU-landen noteerde Letland met 2,2 procent een opmerkelijke groei, die 1,7 procentpunt hoger lag dan in het eerste kwartaal. De groei van de Britse economie daalde licht naar 0,2 procent.

Op jaarbasis groeide de Nederlandse economie nog met 1,5 procent. De investeringen namen flink toe met 4,2 procent. Vooral in transportmiddelen en machines is meer geïnvesteerd.

De Nederlandse export viel wel terug. Vergeleken met een jaar eerder groeide deze nog met 2,9 procent, maar dit was aanzienlijk lager dan in het eerste kwartaal. De consumentenbestedingen in ons land bleven hangen op hetzelfde niveau als een jaar eerder.

De afkoeling van de economie komt volgens minister Maxime Verhagen (Economische Zaken) niet helemaal als een verrassing. „De onrust op de financiële markten gooit roet in het eten, ook in de landen om ons heen”, zei de minister.

Minister Jan Kees de Jager (Financiën) houdt er rekening mee dat het herstel van de economie langer op zich zal laten wachten. „Ik heb het al vaker gezegd: we mogen ons niet rijk rekenen, er is nog een lange weg te gaan. Dat geldt niet alleen voor het herstel van de economie, maar ook voor het weer gezond maken van de overheidsfinanciën.”