Geen k van een c kunnen onderscheiden
Van tijd tot tijd werd ds. M. van Campen, nu hervormd herder en leraar in Zwartebroek, aangezien voor zijn gereformeerde collega ds. K. D. van Kampen, met wie hij enige jaren tegelijk in Vlaardingen stond. Niet dat de Vlaardingse kudde geen onderscheidingsvermogen bezat. Maar zijn theologisch toch wel anders gelegerde collega mediteerde ’s zondagsmorgens nogal eens voor de NCRV-microfoon. En de luisteraars konden nu eenmaal geen K van een C onderscheiden.
De beide broeders Van der Velden –de een van de Bond, de ander confessioneel– voorkwamen misverstand door zich te onderscheiden als J. en Joh. Zelf overkwam het mij dat ik samen met mijn vrouw werd uitgenodigd door een Nederlandssprekend Joods echtpaar, Max en Mien, om aan hun tafel aan te zitten in een dorp vlak bij Tel Aviv. Ze hadden veel van mij gelezen en waren erdoor tot het christelijk geloof gekomen. Nu zou ik dat hier niet durven neerschrijven, als een en ander niet op een groot misverstand berustte. Aangeschoven aan de dis, bemerkte ik al spoedig tot mijn verootmoediging dat ze dr. F. de Graaff hadden bedoeld. Niettemin hebben we er enkele kostbare uren doorgebracht. Engelen regelen langs soms wonderlijke wegen verrassende ontmoetingen, zei me ooit een Joodse arts. Ik mocht in de keuken kijken van twee ongekunstelde christenen, die zich het christelijk geloof zonder verdere hulp van buiten hadden eigen gemaakt.
Zo overkwam het prof. dr. Maarten van Rhijn (1888-1966) dat hij –zegt de overlevering– werd uitgenodigd voor een kerkdienst in een stevige Gereformeerde Bondsgemeente. Tot verbazing van de hoorders legde hij de schare een gezang op de lippen. De broeders in de kerkenraad lieten dat uiteraard niet onbesproken. U bent toch professor Van Rhijn? Jazeker. Welke Van Rhijn? M. van Rhijn. O, we moesten C. van Rijn hebben, met wie ze op de klank af de hooggeleerde Bondsvoorzitter prof. Severijn bedoelden.
Verder gaat het verhaal niet. Maar als het zo gebeurd is, zullen de hoorders zeker geen stenen voor brood hebben gekregen. Van Rhijn was een hoogleraar die zijn Utrechtse studenten niet alleen grondig inwijdde in de dogmatiek, de ethiek en het kerkrecht, maar hun ook wijze levenslessen voor het pastorieleven meegaf, zoals: „Mijne heren, uw vrouw zal uw opgang zijn, of uw ondergang!”
Het komt tot op de letter op onderscheidingsvermogen aan. Shibboleth of sibboleth. Van Campen of van Kampen.
Vergissingen kunnen soms ook verrassend uitwerken. Mijn oude broeder wijlen ds. C. (Cornelis) van der Wal gewaagde ooit van zo’n verrassing. Hij kwam op een zondagmorgen per vergissing aan in de consistorie van de gereformeerde gemeente in een dorp op de Veluwe. Daar stond een broeder gereed om voor te gaan in een leesdienst. Gaarne was hij bereid om zijn beurt af te staan. Maar Van der Wal moest een deur verderop. Het verhaal diste hij jaren later echter nog met innerlijke vreugde op.
Hier betrof het geen naamsverwisseling. Het moet echter niet uitgesloten worden geacht dat er Kamphuisen, Van Dijken, Vergunsten of Vreugdenhillen zijn, die per vergissing ook wel eens een kerkgrens-overschrijdende verrassing hebben meegemaakt.