De Krom: helft in de bijstand kan werken
DEN HAAG (ANP) – Ongeveer de helft van de mensen die nu in de bijstand zitten, kan aan het werk volgens staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken). De VVD-bewindsman werkt aan plannen om de bijstand aan te scherpen. De Krom: „150.000 tot 200.000 van de ongeveer 355.000 mensen in de bijstand kunnen werken. Of dat nu geheel of gedeeltelijk is.”
Uit de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris 516 schriftelijke vragen gekregen over zijn plannen die hij volgend jaar wil doorvoeren. De nieuwe bijstand wordt onderdeel van de nieuwe Wet werken naar vermogen. Onder deze regeling wil De Krom vanaf 2013 ook een groot deel van de mensen met een lichamelijke of verstandelijk beperking laten vallen, die nu nog een beroep kunnen doen op de sociale werkplaats of Wajong. Zij moeten zover ze kunnen met hun handicap ook zo veel mogelijk aan het werk.
„Ik vind dat iedereen die kan werken, dat ook moet doen.” Mensen worden volgens de VVD’er nu te makkelijk afgeschreven. Het ondergraaft volgens de staatssecretaris ook de solidariteit bij de steeds kleiner wordende groep mensen die wel werken en de uitkeringen betalen. Hij wijst erop dat door de vergrijzing in 2040 een tekort ontstaat van een kleine miljoen mensen op de arbeidsmarkt.
„Er staan nu al 135.000 vacatures open, terwijl er 1,2 miljoen mensen een uitkering hebben. Een deel kan echt niet werken, maar een kleine half miljoen mensen kan dat wel.” Gemeenten moeten straks in de bijstand harder ingrijpen met kortingen op de uitkering als niet wordt meegewerkt bij het vinden van een baan. Er kan ook een tegenprestatie worden gevraagd, waardoor mensen misschien moeten helpen bij gemeentewerken. Verder wordt bezuinigd op re-integratiemiddelen. Geld om mensen aan het werk te helpen, moet effectiever worden ingezet.
Maar er komt ook extra hulp in de vorm van loondispensatie voor mensen die (nog) niet volledig kunnen werken door bijvoorbeeld een handicap. Dan hoeft de werkgever alleen voor dat deel te betalen dat iemand echt kan werken. De overheid past bij, waardoor mensen kunnen doorgroeien tot een inkomen op minimumloonniveau.
Om werken lonender te maken, komt er ook een toets op het inkomen van een heel huishouden voor het krijgen van bijstand. Nu wordt alleen gekeken naar iemands vermogen en het inkomen van diens partner. Straks tellen ook de inkomsten van een meerderjarig inwonend kind mee. Onder meer de Raad van State en gemeenten zijn kritisch wegens forse inkomensgevolgen. Het zou zelfs een tegengesteld effect kunnen hebben, omdat de kinderen op zichzelf gaan wonen en een eigen uitkering en huurtoeslagen gaan ontvangen.
De Krom vindt deze kritiek „heel raar”, omdat in zijn ogen deze kinderen ook kunnen denken: ik kan maar beter gaan werken. „We moeten af van meerdere uitkeringen achter één voordeur.” Hij maakt een uitzondering voor gezinnen waar sprake is van mantelzorg aan ouder of kind. Hierbij geldt dat een gezinslid minimaal een zorgindicatie in de AWBZ heeft van 10 uur in de week.