Kritiek op leiderschap premier Rutte in crisistijd
DEN HAAG – Fractievoorzitter Pechtold van oppositiepartij D66 heeft er kennelijk weer zin in. Het zomerreces is eindelijk ruim over de helft en om dat te vieren heeft hij opnieuw een oud, inmiddels wel wat grijsgedraaid plaatje opgezet.
„Ik mis leiderschap bij de premier”, zo klinkt het refrein van Pechtolds favoriete nummer. Uit volle borst zingt hij weer het mee, onder meer donderdagmorgen in het AD. „We staan waarschijnlijk voor een zware economische dip”, aldus de sociaalliberaal in de ochtendkrant. „Dan verwacht ik van de minister-president dat hij er staat, dat hij op televisie verschijnt en uitlegt wat er aan de hand is.”
Andere Europese leiders onderbreken wel hun vakantie voor beraad over de economische situatie, maar Rutte heeft nog steeds vrij, klaagt Pechtold. In plaats van eigenhandig als een soort Atlas de wereldeconomie te schragen, staat Rutte te feesten op Dance Valley.
Pechtold heeft inmiddels een behoorlijke trackrecord opgebouwd in het verbaal beschadigen van premiers. Hij begint er meteen mee zodra hij lijsttrekker van D66 is geworden in aanloop naar de Kamerverkiezingen van 2006. „De zelfverklaarde kandidaten voor het minister-presidentschap, Balkenende en Bos, profileren zich geen van tweeën als leider”, zegt hij in september van dat jaar.
Tussen 2006 en 2010 neemt hij met grote regelmaat premier Balkenende onder vuur. Zo verwijt hij hem eind 2007 geen leiding te geven tijdens een politiek conflict over asielzoekers.
Een klein jaartje later mist Pechtold bij Balkenende en zijn kabinet „echt leiderschap.” Eind 2009 stelt de D66-leider vast dat de „premier drie jaar de tijd heeft gehad voor keuzes, maar we kregen labiel leiderschap.”
Af en toe varieert de gewezen veilingmeester wat in zijn woordkeuze. Behalve gebrek aan leiderschap verwijt hij de premier ook vaak gebrek aan regie. Bijvoorbeeld rondom de presentatie van het rapport van de commissie-Davids over de politieke steun van Nederland aan de inval in Irak in 2003. En in de debatten over de verlenging van de missie in Uruzgan.
De huidige premier, Rutte, deed destijds overigens graag met Pechtold mee. Nu is hij het mikpunt van de D66-leider.
„Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is”, zal de minister-president wel denken. En misschien herinnert hij zich nog het ministerschap van Pechtold. Die kwam toen, in ruim een jaar, niet veel verder dan het instellen van een nationale conventie die moest nadenken over veranderingen in het staatsbestel. Nooit meer van gehoord.