Opinie

Pgb geen suikergoed en marsepein

In zijn column in RD 6-8 schetst Jan van Klinken een verkeerd beeld van het persoonsgebonden budget (pgb) vinden René Hubregtse en Adrie Louter.

10 August 2011 21:39Gewijzigd op 14 November 2020 16:08

In zijn meest recente bijdrage aan de rubriek Achterstevoren schenkt Jan van Klinken aandacht aan het persoonsgebonden budget (pgb). Wanneer de column alleen wat prikkelend was geweest, hadden we onze pen laten rusten. Hooguit konden we dan schrijven: „Sinterklaas bestaat niet, dus neem het geschrevene met een korreltje zout of desnoods met pepernoten.” Er is echter sprake van een foutieve weergave van feiten (een pgb is geen rugzak) en er wordt een beeld neergezet van mensen met een handicap die „onterecht graaien uit de pot.” Dat doet geen recht aan hun zware levensomstandigheden en is een steek onder de gordel van mensen die op een verantwoorde wijze het pgb hebben benut om de zorg voor hun kind of familielid te organiseren.

De suggestie dat een pgb vooral werd toegekend waar dat niet nodig was, geldt in ieder geval niet voor vele gezinnen die een beroep op ons deden om een pgb aan te vragen. Bijvoorbeeld niet voor 
de ouders die tijdelijke opvang zochten voor hun twee kinderen met een beperking, zodat zij 
zelf op adem konden komen. Zo krijgen ouders energie om de taken daarna weer op te kunnen pakken.

Is er dan nooit sprake van misbruik? Het zou struisvogel­politiek zijn wanneer we beweren dat de regeling door niemand wordt misbruikt, al zijn er niet zo veel concrete voorbeelden. Dat de politiek dergelijke incidenten tot uitgangspunten voor nieuw beleid maakt, is een ander probleem. Maar, waarom zijn de pijlen steeds gericht op de begeleiding en de zorg voor de zwakken in de samenleving? Waarom doet een redacteur van het RD, op basis van één subjectieve ervaring, daaraan mee?

Zijn de bezuinigingen onterecht? Ook dat niet. Het is wel uit te leggen dat er iets moet gebeuren aan het zorgbudget. Er kan en er mag ook niemand op tegen zijn dat (mogelijke) ontoelaatbare praktijken fors worden aangepakt. Maar wij zouden wel graag zien dat niet het financieringsinstrument, maar het toetsingskader werd aan­gepakt. Als het regeringsbesluit, zoals het er nu ligt, wordt uitgevoerd, wordt het kind met het badwater weggegooid. In die zin zijn we het eens met Van Klinken als hij schrijft dat we van het ene uiterste in het andere uiterste vallen.

De verantwoordelijkheid en de financiering van een deel van de begeleiding en de zorg zal worden overgeheveld van de AWBZ naar de gemeenten. Er valt inderdaad te vrezen voor de consequenties daarvan. Maar hier ligt ook een Bijbelse opdracht voor ieder 
christen en voor de christelijke 
gemeente in het bijzonder. Wanneer we onze taak serieus nemen en in woord en daad omzien naar onze naaste verlichten we de soms loodzware last die (ouders en familie van) mensen met een beperking moeten dragen. Dat kan bijvoorbeeld door concrete vormen van hulpverlening of 
door actief te participeren in een WMO-raad.

De auteurs zijn directeur en consulent persoonlijke dienstverlening bij Helpende Handen, vereniging langdurige zorg van de Gereformeerde Gemeenten voor mensen met een beperking.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer