Financiën: presentatie eurotop kon anders
DEN HAAG (ANP) – Het ministerie van Financiën heeft woensdag in een briefing in de Tweede Kamer toegegeven dat de presentatie van de resultaten van de laatste eurotop over Griekenland anders had gekund.
Iedereen die zegt dat premier Mark Rutte op de avond van die eurotop op 21 juli de 50 miljard euro van de banken en verzekeraars „eigenlijk” met de 109 miljard van de publieke sector „had moeten vergelijken, heeft een punt”, zei thesaurier-generaal Hans Vijlbrief van Financiën tegen de Kamerleden.
Rutte zei die avond dat de hulp aan Griekenland 109 miljard bedroeg, waarvan 50 miljard van de private sector. Op datzelfde moment spraken andere Europese regeringsleiders over 159 miljard euro (109 plus 50 miljard).
Een andere presentatie is mogelijk, gaf Vijlbrief toe. Hij en Rutte waren die dag gericht op een grote betrokkenheid van de private sector. Daar had Rutte „tamelijk stevig” over onderhandeld en dat presenteerde hij na afloop van de top als belangrijkste aan de pers.
Eigenlijk, zei Vijlbrief, is de goede vergelijking niet die van 50 met 109 miljard euro, maar die van de totale bijdrage tot 2020 van de publieke sector van 106 miljard en van de eurolanden en het IMF van 109 miljard euro.
Minister Jan Kees de Jager van Financiën had deze week in een brief aan de Kamer al gesteld dat het kabinet de verwarring betreurt. „Een les voor de toekomst is dat tijdens dit soort bijeenkomsten duidelijke afspraken worden gemaakt over wat na afloop de kern van de boodschap is die naar buiten zal worden gebracht”, schreef De Jager.
Vijlbrief was in Brussel de belangrijkste adviseur van Rutte tijdens die eurotop. Ministers van Financiën waren er niet bij. Terugkijkend zei Vijlbrief: „We gingen er in met fikse tegenstand over iedere vorm van private sectorbetrokkenheid. We vinden dat we daar belangrijke stappen hebben gezet.”
Nederland was bereid in te stemmen met een flexibilisering van het noodfonds voor de euro, maar alleen onder strenge voorwaarden. Ook dat werd bereikt, zei Vijlbrief.