Dat werd maandag bekendgemaakt.

Volgens de Israëlische Oudheidkundige Dienst is het zwaard gevonden tijdens opgravingen in een tweeduizend jaar oud waterafvoerkanaal in de Arabische wijk Silwan, ten zuiden van de oude stadsmuren van Jeruzalem.

Het zwaard is zestig centimeter lang. Ook een lederen schede werd gevonden. Dat is een zeldzaamheid, omdat het materiaal relatief snel verteerd. „Het lijkt erop dat het zwaard toebehoorde aan een infanterist van de Romeinse garnizoen, gestationeerd in Israël, bij het uitbreken van de Grote Opstand tegen de Romeinen in 66 na Christus”, aldus de Oudheidkundige Dienst in een verklaring.

De menorah kan volgens onderzoekers iets zeggen over hoe de kandelaar in vroeger tijden eruit zag.

Volgens een woordvoerder van de Dienst diende het ondergrondse afvoerkanaal als schuilplaats voor inwoners van Jeruzalem tijdens de vernietiging van de tweede tempel door de Romeinen. Sinds 2007 doen archeologen onderzoek bij de kanalen. In de komende maanden wordt een kilometer daarvan opengesteld voor publiek. Verwacht wordt dat het een van de grootste toeristische trekpleisters wordt van Jeruzalem.

De eerste tempel werd gebouwd door koning Salomo. Deze werd verwoest door de Babyloniërs in 586 voor Christus. De tweede tempel werd voltooid in 515 voor Christus en gerestaureerd door Herodes de Grote. De Romeinen verwoestten de tempel in 70 na Christus.

De archeologische vondst werd bekendgemaakt aan de vooravond van Tisha B’Av, de Treurdag om Jeruzalem. Dat is een vastendag waarbij joden de vernietiging van de eerste tempel en de tweede tempel herdenken. Tisha B’Av wordt gehouden tot dinsdagavond.