Nu de laatste twee delen van het lijvige Barnarapport gepubliceerd zijn, is duidelijk dat bij alle soorten Amerikaanse christenen sprake is van een ernstige afname van kerkbezoek, Bijbellezen en deelname aan vrijwilligerswerk.

Qua geloofsopvattingen is er in de onderzochte periode minder veranderd. De grootste verschuiving is wel dat het percentage christenen dat gelooft dat de Bijbel absoluut tot in alle details nauwkeurig is, afneemt. Onder rooms-katholieken gaat het om een daling van 34 naar 26 procent, onder protestanten van 61 naar 56 procent.

Ook in andere opzichten blijven er grote verschillen tussen rooms-katholieken en protestanten. Vergeleken met de rooms-katholieken zijn er driemaal zo veel protestanten die vrijwilligerswerk doen, tweemaal zo veel die door de week in de Bijbel lezen en viermaal zo veel die een ”Sunday school” bezoeken. Protestanten zijn ook dubbel zo vaak geneigd om te geloven dat de Bijbel van kaft tot kaft nauwkeurig is, en om hun geloof uit te dragen naar de mensen om hen heen.

Verrassend is wel dat de grootste gedragsverschuivingen bij Amerikaanse christenen plaatsvonden in de tien jaren tussen 1991 en 2001. Het decennium daarna laat een stabilisering van de toestand zien. Zo nam het kerkbezoek onder rooms-katholieken én protestanten sterk af tussen 1991 en 2001, terwijl er in de jaren die volgden weinig in de situatie veranderde.

Onderzoeker George Barna schrijft in een commentaar op zijn website: „Een van de patronen die niet zichtbaar zijn als je alleen naar de data van het begin- en eindpunt (1999 en 2011) kijkt, is dat er de laatste tien jaar sprake is van enig herstel van het Bijbellezen bij protestanten. Het lezen van de Schriften viel terug van 64 procent in 1991 naar 48 procent in 2001, maar sindsdien is het weer gestegen naar 57 procent. Geen volledig herstel, maar toch een positieve beweging waar we dankbaar voor moeten zijn.”

Het Amerikaanse onderzoeksbureau bevroeg gedurende twintig jaar jaarlijks zo’n duizend volwassenen in de VS op de manier waarop zij geloven.