Saudi-Arabië: situatie Syrië onacceptabel
RIYAD (ANP) – Koning Abdullah van Saudi-Arabië heeft zondag harde kritiek geuit op buurland Syrië in verband met het zeer gewelddadige optreden van de veiligheidsdiensten van de Syrische president Bashar al-Assad tegen demonstrerende burgers.
De vorst noemde de gang van zaken in Syrië in een verklaring „onacceptabel” en hij stelde dat de Syrische machthebbers hun „moordmachine” moeten uitschakelen „voordat het te laat is.” De koning zei dat de toekomst van Syrië ofwel is dat Syrië weer zijn gezonde verstand gaat gebruiken of dat het land in chaos vervalt.
Een medewerker van de Arabische nieuwszender al-Arabiya las de tekst van Abdullah voor. Het staatshoofd van Saudi-Arabië eiste in zijn verklaring ook nog dat het bewind in Syrië daadwerkelijke hervormingen moet doorvoeren, in plaats van beloftes te doen.
Koning Abdullah kondigde ook nog aan dat hij uit protest zijn ambassadeur terugtrekt uit Damascus. Hij herinnerde de regering in Damascus eraan, dat ze in het verleden op Saudische steun kon rekenen, maar dat het koninkrijk gedwongen was een historische stap te nemen.
Leger
In Syrië zou het leger zondag zeker 57 burgers hebben gedood in een poging een eind te maken aan de protesten tegen het regime van president Bashar al-Assad. Dat meldde een organisatie van activisten.
In de oostelijke stad Deir al-Zor vielen 38 doden, aldus Suhair al-Atassi van de Coördinerende Unie van de Syrische Revolutie. Ten noorden van Homs kwamen 13 mensen om. Volgens Atassi zal het dodental verder oplopen.
Het leger zette bij de aanval op Deir al-Zor ongeveer 250 tanks en pantservoertuigen in. Ze ontmantelden barricades, die waren opgericht door demonstranten. Getuigen meldden dat de hele dag explosies en machinegeweervuur te horen was in de stad.
De autoriteiten ontkenden via het staatspersbureau SANA de militaire operatie. Volgens de spreekbuis van het bewind is „niet één tank Deir al-Zor binnengetrokken”. Omdat buitenlandse journalisten niet meer in het land worden toegelaten, zijn de berichten niet te verifiëren.
Deir al-Zor is met ongeveer een half miljoen inwoners de grootste stad in het oosten van Syrië. Het is het samen met Hama het belangrijkste centrum van het protest geworden. Vorige week greep het leger al hard in in Hama om daar een eind te maken aan de demonstraties. Daarbij vielen zeker 100 doden. Veel inwoners van Deir al-Zor hadden al rekening gehouden met een militair ingrijpen en ontvluchtten de afgelopen week de stad.
De provincie Deir al-Zor aan de grens met Irak produceert het meeste olie van het land, maar is een van de armste provincies in Syrië. Ze wordt geteisterd door droogte en mismanagement van staatsinstanties.
Regio
De Syrische dictator Bashar al-Assad heeft zondag te maken gekregen met onverwacht stevige kritiek van landen uit het Midden-Oosten. De Arabische Liga liet weten „toenemend bezorgd” te zijn over de ontwikkelingen in Syrië.
Daar zijn volgens schattingen in de afgelopen maanden circa 2000 mensen om het leven gebracht, vooral door toedoen van het leger en de veiligheidsdiensten van het regime van Assad. Het samenwerkingsverband van de Golflanden (GCC) had het Syrische bewind zaterdag al opgeroepen een eind te maken aan het bloedvergieten.
Tot nu toe hielden de 22 lidstaten tellende Arabische Liga en de GCC (zes landen) zich angstvallig stil over het geweld in Syrië. Deze houding werd stevig bekritiseerd, onder andere door leden van de Syrische oppositie. De regeringen van Arabische landen lieten zich ook slechts zelden uit over de protesten. De meeste landen staan net als Syrië onder leiding van potentaten.
Massademonstraties voor democratische hervormingen leidden in het afgelopen halfjaar al tot de val van twee autoritaire machthebbers, Hosni Mubarak in Egypte en Zine al-Abidine Ben Ali van Tunesië. In Libië staat Muammar Kaddafi onder zware druk van het verzet en een NAVO-operatie. In diverse Arabische landen, zoals Jemen en Bahrein, traden de veiligheidsdiensten met grof geweld op tegen vreedzame betogers. De situatie in Jemen is onoverzichtelijk. President Ali Abdullah Saleh raakte in juni zwaargewond tijdens een bomaanslag, en nam de wijk naar Saudi-Arabië. Hij wil terugkeren naar Jemen zodra hij voldoende is hersteld van zijn brandwonden.
De Arabische Liga was tot nog toe verdeeld en had niet of nauwelijks invloed op de ontwikkelingen in de regio. De Egyptische topman van de Liga, Nabil Elaraby, gaf zondag echter een duidelijke boodschap af richting Damascus. Elaraby liet weten „toenemend bezorgd en ernstig verontrust” te zijn „over de verslechterende veiligheidsomstandigheden in Syrië als gevolg van het escalerende geweld en de militaire operaties in Hama en Deir al-Zor en andere gebieden in Syrië”.
De Coördinerende Unie van de Syrische Revolutie, een organisatie van activisten, meldde dat het leger zondag 57 mensen heeft gedood. In de oostelijke stad Deir al-Zor vielen 38 doden. Ten noorden van het verzetsbolwerk Homs stierven 13 mensen.
Ban
Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties heeft zaterdag gebeld met president Bashar al-Assad van Syrië. De topman van de volkerenorganisatie heeft zijn „diepe bezorgdheid” tot uitdrukking gebracht over het optreden van leger en politie tegen de burgerbevolking in het Arabische land.
Ban heeft Assad gevraagd het gebruik van militair geweld tegen burgers onmiddellijk te staken, aldus een door de VN uitgegeven verklaring.
Ban zei eerder deze week al dat Assad „alle menselijkheid heeft verloren”. Het escalerende geweld noemde de Zuid-Koreaan „volstrekt onaanvaardbaar”.
Door het brute optreden van Assads leger en politie tegen betogers zijn de afgelopen maanden in Syrië mogelijk al 2000 mensen om het leven gekomen.