Steeds meer twijfels over identiteit Libische rebellen
DAMASCUS – De moord van vorige week op de Libische rebellenleider Abdel Fattah Yunis is tot op heden omgeven met een waas van onduidelijkheid. Het roept, ook binnen de NAVO, de vraag op wie de Libische rebellen nu eigenlijk precies zijn.
Sinds de dood van Yunis blijken de rebellen ook onderling slaags te zijn geraakt, wat de missie van de NAVO nog eens extra bemoeilijkt. Daarbij komt nog het vooruitzicht op hevige zandstormen in Libië in september.
Abdel Yunis had president Gaddafi bijna veertig jaar trouw gediend en was de eerste generaal die eind februari de zijde van de rebellen koos. Hij was door Gaddafi naar het rebellenbolwerk Benghazi gezonden, om daar een einde aan de opstand te maken, maar in plaats daarvan werd hij de hoogste militaire leider van de rebellen. Het overlopen van een van de vertrouwelingen van Gaddafi met de rang van generaal, had indertijd grote symbolische waarde en het leek de rebellenbeweging een meer gestructureerde vorm te geven. Van Yunis werd gemeld dat hij de chaotische rebellenbeweging disciplineerde.
De rebellen in Benghzai hoopten indertijd dat het voorbeeld van generaal Yunis navolging zou vinden en zou leiden tot massale desertatie binnen het Libische leger. Ze sloten daarom hun ogen voor het feit, althans zo leek het, dat generaal Yunis veertig jaar lang de politiek van Gaddafi had uitgevoerd, wat vraagtekens zou kunnen zetten bij zijn plotselinge positieverandering. Het wordt echter steeds duidelijker dat er in kringen van de Libische rebellen wel degelijk wantrouwen en achterdocht leefden.
Enkele dagen voor zijn dood werd generaal Yunis onverwachts teruggeroepen van het front, om in Benghazi voor een militaire rechtbank te verschijnen. De redenen hiervoor blijven tot op heden omstreden. Vaststaat slechts dat de generaal drie uur nadat hij het tribunaal had verlaten, werd vermoord.
Er circuleren geruchten dat generaal Yunis heimelijk nog steeds contact onderhield met Gaddafi, ondanks het feit dat de laatste een prijs had gezet op het hoofd van zijn voormalige vertrouweling. Dit gerucht ging een eigen leven leiden nadat een van Gaddafi’s dochters in april tijdens een interview verklaarde dat generaal Yunis nog steeds loyaal was aan haar vader.
Het blijft –ook voor de NAVO– speculeren. Op basis van bovenstaand verhaal werd wel geconcludeerd, dat generaal Yunis op de dag van zijn dood voor het tribunaal moest verschijnen omdat er bewijzen waren gevonden voor zijn verraad, waardoor de rebellen gevoelige verliezen zouden hebben geleden in Brega.
Veel waarschijnlijker lijkt echter dat de reden voor de moord gezocht dient te worden in de persoonlijke en tribale sfeer. Na de moord op de generaal werden enkele arrestaties verricht en er werd gemeld dat minstens een van de moordenaars tot de persoonlijke lijfwacht van Yunis behoorde. Deze verdachte zou lid zijn van een gewapende militie die zichzelf de Martelarenbrigade van de 17e februari noemt en die ook islamisten en jihadisten onder haar leden telt. Het werpt nogmaals het licht op de ongemakkelijke vraag wie de Libische rebellen precies zijn die door de NAVO worden gesteund in hun strijd tegen Muammar Gaddafi.
Tijdens de eerste weken van de Libische oorlog verklaarde de Amerikaanse admiraal James Stavrides tijdens een hoorzitting van het Amerikaanse Congres dat „er binnen kringen van de Libische rebellen ook invloeden aanwezig zijn van al-Qaida en de Palestijnse Hamas.” Woorden waaraan indertijd weinig aandacht werd besteed.
Begin mei kwamen twee gezaghebbende Franse instituten na een eigen onderzoek in Libië met een 44 pagina’s tellend rapport, waaraan eveneens weinig belang werd gehecht. Terwijl men de conclusies van dit rapport rustig alarmerend mag noemen. Het Franse rapport stelt dat de „werkelijke democraten” een summiere minderheid vormen binnen de Libische rebellenbeweging.
Het lijkt erop dat de NAVO de kracht van Gaddafi heeft onderschat en wellicht ook de steun die deze tot op heden in het tribale Libië geniet. Vijf maanden van NAVO-bombardementen slaagden er niet in Gaddafi uit de hoofdstad Tripoli te verdrijven, zodat er volgens deskundigen slechts drie mogelijke scenario’s overblijven.
In het eerste scenario behoudt Gaddafi de macht en zal hij als wraak terugkeren naar zijn oude patroon van het financieren van terroristische bewegingen wereldwijd. Wellicht zal hij Libië veranderen in een soort van shariastaat, naar het voorbeeld van de Sudanese president Al-Bashir. Recente uitlatingen van zijn zonen lijken in deze richting te wijzen.
In het tweede scenario slagen de rebellen erin om Gaddafi te verdrijven, maar zal er een bloedige onderlinge strijd uitbreken om de macht en de oliebronnen. De gebeurtenissen van de afgelopen dagen na de moord op generaal Yunis vormen hiervan een voorproefje. Deze sektarische strijd zal in belangrijke mate lopen langs tribale scheidslijnen.
Wat in het ergste geval zou kunnen leiden tot het derde scenario, te weten het uiteenvallen van Libië in meerdere staatjes.