„Ga je elke dag met buikpijn naar het werk, dan moet er iets veranderen.” Pesten op het werk komt vaker voor dan je denkt, benadrukt de bond. Uit eerder onderzoek, dat werd uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit Twente, blijkt dat een op de drie werknemers er wel eens mee te maken krijgt.

Jongejan stelt vast: „De effec­ten hiervan zijn groot: stress, depressies, concentratieproblemen. Opvallend is dat mensen hier nog jaren last van kunnen hebben, ook als het pesten zelf is gestopt of zij van baan zijn veranderd.

Sluit trouwens ook het economisch effect niet uit. Pesten leidt tot verzuim en kost de samenleving jaarlijks naar schatting 4 miljard euro.”

Gedupeerden kunnen zich telefonisch of via een mailtje melden bij wat wordt aangeduid als het loket ongewenst gedrag. De vakbond probeert in eerste instantie vooral een luisterend oor te bieden en te helpen met advies. In overleg kan er ook sprake zijn van een bemiddelende rol op de werkplek of het starten van een procedure bij de rechter. Ook niet-leden kunnen de hulplijn inschakelen, maar voor aanvullende diensten is het lidmaatschap vereist.

„Het start vaak met zogenaamde ‘grapjes’, maar het loopt vaak al snel uit de hand.” Jongejan kent de verhalen: „De stagiair die, nadat hij had verteld dat hij homoseksueel is, alleen nog met homo wordt aangesproken door zijn werkgever. Of de werknemer die promotie krijgt, waarna jaloerse collega’s hem buitensluiten. Hij wordt niet meer mee gevraagd voor de lunch, krijgt negatieve opmerkingen over zijn uiterlijk. Mensen worden op die manier beschadigd.”

CNV Vakmensen beoogt op dit terrein overigens meer te doen dan alleen het openen van een infolijn. Jongejan: „Vakbonds­leden die merken dat er in hun bedrijf wordt gepest, vragen wij actie te ondernemen. Maak het bespreekbaar en kijk hoe je de situatie kunt ombuigen. Onze bestuurders kunnen aandringen op het opstellen van een pestprotocol, toegespitst op de situatie in een specifiek bedrijf.”

CNV Vakmensen telt 135.000 leden en behartigt de belangen van personeel in het vervoer, de industrie, de voedingssector, de bouw en de facilitaire dienst­verlening.