Twee kostbare kunstwerken van Vincent van Gogh werden op 7 december uit het museum gestolen. Het gaat om het ”Zeegezicht bij Scheveningen” uit 1882 en ”Het uitgaan van de hervormde kerk te Nuenen” uit 1884.

Het museum looft de beloning uit in „nauwe dialoog” met de politie, die de zaak nog steeds onderzoekt. Het tipgeld is volgens een woordvoerder van het museum afhankelijk van de staat waarin de schilderijen verkeren en wordt alleen uitbetaald bij teruggave van de doeken. Het museum dekt zelf de beloning van maximaal 100.000 euro.

Eerder liet het museum, via het Avro-programma ”Opsporing Verzocht” weten een beloning uit te loven, maar een bedrag werd toen niet kenbaar gemaakt.

De schilderijen hebben een gezamenlijke waarde van enkele miljoenen euro’s. De doeken waren niet verzekerd, omdat ze bezit zijn van het Rijk. ”Zeegezicht bij Scheveningen” is het eerste werk van Van Gogh, het andere maakte hij voor zijn moeder.