De straffen vallen lager uit dan de eis van 18 jaar van het openbaar ministerie (OM). De stoffelijke resten van Orré werden in september vorig jaar opgegraven in een groenstrook langs de snelweg in Amsterdam-Noord, nadat de politie was getipt door getuigen.

De rechtbank sprak van een „gruwelijke” moord. Onderzoek van de patholoog heeft uitgewezen dat de dood van Orré vermoedelijk zeer pijnlijk is geweest. „Het slachtoffer is in koelen bloede vermoord. Het lichaam begraven langs de snelweg, toont het gebrek aan enig respect.” De straf valt lager uit dan de eis van het OM omdat de verdachten niet eerder voor een soortgelijk delict zijn veroordeeld.

De rechter oordeelde dat het feit dat K. de halfbroer is van het slachtoffer, het misdrijf nog schokkender maakt. Samen met zijn toenmalige vriendin woonde K. destijds bij Orré in. K. maakte kort voor de moord kennis met R.V. Hij zou hem hebben gezegd dat zijn broer een lesje geleerd moest worden, omdat hij pedofiel was. De verklaringen van beide mannen over het gebeurde liepen sterk uiteen.

Het motief voor de moord is niet aan het licht gekomen. Volgens het OM is het het meest waarschijnlijk dat zijn halfbroer iets van K. wist waardoor hij voor jaren in de gevangenis zou kunnen verdwijnen. K. wilde Orré definitief het zwijgen opleggen.

Na de moord streken de verdachten maandenlang de uitkering van Orré op, werd zijn huis onderverhuurd en de begrafenispolis afgekocht.

Dries Orré leidde een teruggetrokken bestaan en was verslaafd aan drank en drugs. Na zijn dood werd hij geruime tijd door niemand gemist. In 2002 werd Orré veroordeeld voor de moord op de 27-jarige Dorinda Despotovic, die hij in mei 1996 in Amsterdam-Zuid had doodgeschoten.