Dat staat in een rapport dat het ministerie van Defensie in Colombo maandag publiceerde. Het rapport gaat over de periode tussen juli 2006 en mei 2009. De oorlog tussen Colombo en de Tamil Tijgers heeft in totaal 25 jaar geduurd, meer dan 100.000 mensen kwamen om.

„Ondanks de duidelijke bedoeling van de overheid van Sri Lanka en de talrijke voorzorgsmaatregelen die zijn genomen, was het onmogelijk om burgerslachtoffers te voorkomen in een strijd van dit formaat en tegen een meedogenloze tegenstander die actief probeert burgers in gevaar te brengen”, aldus het rapport.

Een jaar na de overwinning op de Tamil Tijgers stelde president Mahinda Rajapakse nog dat er geen burgerdoden waren gevallen. „Onze geweren hebben op geen enkele burger geschoten”, aldus de president toen. Hoge militairen stelden wel dat er burgerslachtoffers waren gevallen door de strijd.

Het rapport gaf geen aantallen slachtoffers. De Verenigde Naties en mensenrechtengroeperingen stellen dat door de gevechten tot wel 40.000 mensen zijn omgekomen. Volgens de autoriteiten is dat aantal echter uit de lucht geplukt om het imago van het land te besmeuren. Wel staat in het rapport dat er nog ruim 2500 mensen vermist zijn, onder wie 676 kinderen.

Volgens de VN zouden er geloofwaardige verhalen zijn over executies van burgers en het ontzeggen van voedsel en medicijnen aan burgers in oorlogsgebied. Ook de Tamil Tijgers zouden zich aan dit soort handelingen schuldig hebben gemaakt.