Net als zondag voerde het leger met tanks beschietingen uit in Hama, de op drie na grootste stad van het land. Ook de steden Deir al-Zor en Albu Kamal kwamen onder vuur te liggen. Het bloedige geweld van het afgelopen weekeinde kostte zeker 140 mensen het leven.

In Syrië wordt al maanden gedemonstreerd tegen de slechte leefomstandigheden en de alleenheerschappij en corruptie van Assads Baathpartij. Sinds begin maart zijn in het hele land naar schatting 1600 burgers gedood.

President Assad sprak maandag zijn waardering uit voor het optreden van de strijdkrachten. Hij zei dat de militairen hun „loyaliteit aan het volk en het land” hebben bewezen. Assad zei verder dat Syrië in staat is elke „samenzwering” te verpletteren.

De Europese Unie heeft naar aanleiding van het opgelaaide geweld haar sancties tegen het Arabische land verscherpt. Nog eens vijf hoge functionarissen, die betrokken zouden zijn bij het bloedig neerslaan van protesten, mogen de unie niet meer in. Hun tegoeden in Europa worden bevroren.

Volgens EU-buitenlandchef Catherine Ashton is het regime van Assad duidelijk niet bereid de beloofde hervormingen daadwerkelijk door te voeren. Zij riep de Syrische regering op de vrijheid van meningsuiting te respecteren, politieke gevangenen vrij te laten en een dialoog aan te gaan met de oppositie. Gebeurt dat niet, dan volgen zwaardere sancties, aldus Ashton.

Ook de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zal zich op aandringen van Duitsland buigen over de toestand in Syrië. Het is nog maar de vraag of de leden van het hoogste VN-orgaan het eens kunnen worden over een veroordeling van het geweld. Begin juni lukte dat niet, omdat onder meer Rusland en China tegen zijn.

Moskou en Peking vrezen dat een veroordeling de weg kan effenen voor een militaire interventie zoals in Libië. Verscheidene westerse leiders zeiden evenwel maandag dat gewapend ingrijpen in Syrië niet aan de orde is.