Vertoornd
Psalm 84:13
„Heere der heirscharen, welgelukzalig is de mens die op U vertrouwt.”
God is de opperste Krijgsman, omdat Hij alleen in Zijn hand het lot van de oorlog heeft, hetwelk Hij doet keren – of tot overwinning, of tot nederlaag. De blinde heidenen hadden eertijds verschillende goden, maar God is de opperste Krijgsman, omdat Hij de wapenen van oorlog heeft. Hij is de grote Meester daarvan.
De Heere onze God is de opperste Krijgsman, onder Wiens banier alle schepselen dienen. Dat is tot verschrikking van alle dwingelanden die tegen deze grote Heere rebelleren en die steeds als brullende leeuwen en grimmige beren Zijn kerk vervolgen. Zij die daar zeggen met de hoogmoedige Farao: „Wie is de Heere, Wiens stem ik gehoorzamen zou…?” Zij die met de brooddronken Edomieten over Gods volk uitroepen (Psalm 137:7): „Ontbloot ze, ontbloot ze, tot haar fundament toe.”
O, hoe jammerlijk zal het met zodanige booswichten gesteld zijn wanneer deze Heere der heerscharen met de instrumenten van Zijn wraak tegen hen te velde zal komen. Dan zullen ze gewaar worden hoe vreselijk het zal zijn te vallen in de handen van een leven de God. Het is uitermate verschrikkelijk te vallen in de handen van een vertoornd koning, maar nog verschrikkelijker is het te vallen in de handen van een vertoornd God.
Franciscus Elgersma, predikant te Leeuwarden
(”Korte meditaties over de woorden Davids”, 1666)