Verslavingszorg wil alles verantwoorden
DORDRECHT – Christelijke instellingen voor verslavingszorg liggen recent onder vuur van allerlei verdenkingen. De grootste speler, De Hoop in Dordrecht, ziet maar één remedie: verantwoording afleggen van alles wat er gebeurt.
Deze week was het de beurt aan christelijk verslavingscentrum In de Vrijheid in Wemeldinge. Het centrum zou persoonsgebonden budgetten (pgb’s) oneigenlijk hebben gebruikt. Hoewel de directeur dat ontkent, gaat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) de beschuldigingen toch onderzoeken.
In de Vrijheid is niet het eerste christelijke verslavingscentrum dat onder vuur komt te liggen. Twee weken geleden werd bekend dat Op de Rots, een christelijk therapeutisch opvangcentrum van voormalig Amsterdams ChristenUniedeelraadslid Yvette Laclé, failliet is gegaan. Er kwamen verschillende negatieve verhalen van ex-cliënten openbaar.
Daarvoor lag de christelijke woon- en leefgemeenschap Horeb in Beekbergen onder vuur na een artikel in de Volkskrant over vermeend wanbeleid op het gebied van financiën en medische zorg. In leefgemeenschap Horeb, onderdeel van De Hoop ggz, krijgen mannen hulp bij verslavingsproblemen en bij psychosociale problematiek.
De inspectie ziet die problemen niet zozeer en ook De Hoop nam in stevige bewoordingen afstand van het artikel in de Volkskrant, waarvan de inhoud werd getypeerd als „grove onwaarheid.”
Intussen bestaat het gevaar dat, door aanhoudende kritiek op verschillende organisaties, het beeld van de christelijke verslavingszorg negatief wordt ingekleurd.
„Mensen die de krant lezen, gaan denken dat we hier op een achterbakse manier met geld omgaan”, blikt woordvoerder Frans Koopmans van De Hoop terug op de affaire rond Horeb. „Zeker als dat beeld onterecht is, is dat erg vervelend.”
Koopmans weet niet in hoeverre de nieuwste affaire rond In de Vrijheid in Wemeldinge een negatief effect heeft op de hele sector. „Ik zie ook dat er nu vragen gesteld worden ten aanzien van christelijke hulpverlening. Het is goed om dan bij jezelf te rade te gaan of je daar aanleiding voor geeft. Juist voor christelijke organisaties is het een dure plicht om te laten zien dat de zaken goed op orde zijn.”
Op In de Vrijheid kwam onder meer kritiek omdat de organisatie werd geleid door een ex-verslaafde. Koopmans kan daar niet specifiek op ingaan, maar kritiseert wel het beeld dat een ex-verslaafde geen goede keus kan zijn.
„Wij werken ook met ex-verslaafden die in de tijd na hun verslaving opleidingen hebben gedaan en bekwaam zijn”, aldus de woordvoerder van De Hoop. „De laatste jaren horen we steeds vaker pleidooien om ervaringsdeskundigen te benutten in de ggz en rond preventie. Dat juichen wij toe, al betekent dat natuurlijk niet dat iedere ex-verslaafde een ggz-instelling kan leiden.”