Buitenland

Nigerianen vragen aandacht strafhof voor geweld tegen christenen

DEN HAAG – Er zijn de laatste jaren honderden christenen in Nigeria vermoord, maar gerechtigheid blijft uit. Het is tijd dat daar verandering in komt, vindt een delegatie uit de Nigeriaanse deelstaat Plateau.

29 July 2011 12:48Gewijzigd op 14 November 2020 15:59
ICC. beeld ANP
ICC. beeld ANP

„Het huidige klimaat van straffeloosheid opent de deur voor nog meer geweld”, benadrukt procureur-generaal Edward Pwajok uit Plateau State. Hij was deze week met vier landgenoten in Den Haag om bij het Internationaal Strafhof (ICC) aan te dringen op meer aandacht voor het etnische en religieuze geweld in Plateau State en het noorden van Nigeria. Ze worden daarbij gesteund door de internationale christelijke mensenrechtenorganisatie Jubilee Campaign.

In de hoofdstad van Plateau State, Jos, kwam het de laatste jaren geregeld tot bloedige confrontaties tussen christenen en moslims. Plateau State ligt op het snijvlak van het overwegend islamitische noorden en het overwegend christelijk animistische zuiden van Nigeria. In maart 2010 kwamen er zo’n 
500 Nigerianen om bij het geweld. Maar van de daders zijn 
er slechts vijftien berecht.

„Stel”, zegt delegatieleider en advocaat Emmanuel Ogebe. „Stel, dat een familielid van mij wordt vermoord, en ik merk dat de dader niet berecht wordt. Weet je wat ik dan doe als de vlam weer in de pan vliegt? Juist, dan ga ik me wreken.”

Het strafhof opende eind vorig jaar weliswaar een vooronderzoek naar het geweld in Nigeria, maar de delegatieleden hebben niet de indruk dat er veel van terechtkomt. Ze zijn bovendien van mening dat het strafhof niet alle betrokken partijen hoort. Pwajok vindt het vreemd dat hij als procureur-generaal niet benaderd is om informatie aan te leveren.

Het strafhof ontving deze week uiteindelijk maar een deel van de delegatie, omdat onder anderen Pwajok geen fiat had gekregen van de Nigeriaanse federale regering voor het bezoek aan het strafhof: een eis van het hof. Het ICC maakte duidelijk dat de correspondentie via de nationale regering loopt. On­terecht, vindt Ogebe. „De federale structuur binnen Nigeria wordt daarmee ontkend. Dat zorgt ervoor dat de lokale bestuurders die met eigen ogen de misdaden hebben zien gebeuren, niet mogen meewerken aan het strafrechtelijk onderzoek.”

Volgens de juristen hebben de deelstaten in Nigeria te weinig zeggenschap over politie en de rechtspraak. Dat is volgens hen een van de redenen dat er zo weinig schot in de rechtsgang zit. Pwajok: „Het is belangrijk dat de deelstaten meer bevoegdheden krijgen. Dan kunnen de misdaden veel sneller en beter berecht worden, omdat de lokale autoriteiten er veel dichter bovenop zitten.”

„Ik heb vorig jaar in Plateau State met eigen ogen de afgeslachte mensen gezien”, zegt Martha Bodunrin, voormalig lid van het Nigeriaanse Huis van Afgevaardigden. „Ik heb de mensen horen schreeuwen. Toen we later hoorden dat het strafhof de zaak ging onderzoeken, waren we dan ook blij”, zegt ze. „We hadden er verwachting van en dachten dat het onze wonden zou helen. Maar er is nog geen onderzoeker langs geweest.”

Volgens de delegatie ligt de oorzaak van de conflicten ten diepste bij de machtswellust van het overwegend islamitische Hausa Fulanivolk. Pwajok: „Zelfs voor de onafhankelijkheid van Nigeria waren er al problemen met het volk. Ze willen hun religieuze regels aan anderen opleggen en de macht uitoefenen.” Ogebe: „In sommige zuidelijke staten wonen ook veel moslims, maar met hen zijn er geen problemen.”

De Hausa Fulani in Jos zelf zeggen zich gediscrimineerd te voelen. Sommige families wonen al vele generaties in Jos, maar worden naar eigen zeggen nog altijd als allochtonen behandeld. Dat gaat er bij de delegatieleden niet in. „Ze hebben in Jos meer vrijheden dan ze in menige andere staat zouden hebben”, zegt Bodunrin hoofdschuddend. „Ze kunnen land kopen en hebben hun eigen vertegenwoordiging.” Ogebe vindt dat de pot de ketel verwijt. „In sommige noordelijke staten mogen christenen geen meter grond hebben voor kerkbouw. Dat wordt openlijk gezegd.”

De delegatieleider wijst erop dat er in de noordelijke staten „behoorlijk wat” christenen wonen, die zwaar onder discriminatie te lijden hebben. „Niet alleen kerkgebouwen, maar ook huizen en winkels van christenen zijn het doelwit van aanslagen. De economische schade daarvan is enorm.”

Pwajok onderstreept dat het geweld met name na de laatste verkiezingen van april toegenomen is. Daarbij kwam de christelijke zuiderling Jonathan Goodluck als president aan de macht. „Democratie en islamitische theocratie strijden nu met elkaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer