De rechtbank gaf echter gehoor aan de bezwaren van Joodse en islamitische groepen en artsen. De rechter oordeelde dat de Amerikaanse stad niet bevoegd is om medische procedures te regelen, en verwees verder naar de vrijheid van godsdienst.

De actievoerders vinden dat ouders niet mogen beslissen over de voorhuid van hun zoontjes. Matthew Hess, voorzitter van de actiegroep Genitale Mutilatiewet voor Mannen, noemt de gedwongen besnijdenis zelfs „een aanslag tegen kinderen.”

Het verbod van de rechter voorkomt de mogelijkheid dat het besnijden van personen jonger dan achttien jaar bij wet verboden wordt en dat mensen die deze „misdaad” begaan gevangenisstraf krijgen. Voorstanders van het verbod hadden dit graag gewild. Ze zijn niet van plan na deze uitspraak het hoofd in de schoot te leggen. Een voorman van de beweging, Lloyd Schofield, zei gisteren niet te stoppen „tot alle mensen worden beschermd tegen deze schadelijke chirurgie.” Hij noemt het ongepast „om ongelooflijk veel geld uit te geven aan een pijnlijke operatie bij onwillige patiënten.”

De groep Genitale Mutilatiewet voor Mannen heeft de campagne tegen de besnijdenis van jongens de afgelopen tijd kracht bijgezet door de lancering van stripfiguren die luisteren naar namen als Voorhuidman, dokter Mutilatie en Monster Mohel. De Voorhuidman wordt in de stripalbums afgeschilderd als een blonde held, die het verwijderen van voorhuiden probeert te voorkomen. Dokter Mutilatie en Monster Mohel komen er heel wat slechter van af. Zo heeft de eerste een weerzinwekkend hoofd en zit hij onder het bloed.

Opmerkelijk genoeg is ”Mohel” het Hebreeuwse woord voor rituele besnijder. Daarnaast zet Matthew Hess, naast actiegroepvoorzitter tekenaar van de strips, mensen die voor besnijdenis zijn als monsters neer en tekent hij hen met gebeds­mantels en pijpenkrullen.

Volgens Joods Actueel neemt de campagne in de VS daardoor antisemitische vormen aan. De site citeert Nancy Appel van de afdeling San Francisco van een genootschap tegen laster. Zij noemt de strips aanstootgevend en getuigend van een totaal gebrek aan respect, een nieuw dieptepunt waarin sommige tekeningen herinneren aan „middeleeuwse bloedfabels en beschuldigingen dat Joden rituele moorden uitvoerden op christelijke kinderen.” Appel zegt te hopen dat de antibesnijdenislobby iets beter vindt dan antisemitische afbeeldingen.

Hess zegt van de prins geen kwaad te weten en weerspreekt dat zijn strips antisemitisch zouden zijn. „We proberen juist de rechten van de mens te beschermen”, stelt hij in de San Francisco Chronicle. Hij verwijst naar de praktijk van het besnijden en meent dat zijn stripfiguren „geknipt zijn om de praktijk van het besnijden op een populaire manier voor het voetlicht te halen.”

Lot Porth-Michelson, een van de directeuren van de Jewish Community Relations Council in Amerika, toonde zich gisteren verheugd dat tegenstanders van de besnijdenis hun zin niet krijgen. „Het is aan ouders om al dan niet voor besnijdenis te kiezen en niet aan iemand als Schofield om zich met onze religieuze tradities te bemoeien.”