De crisis in beeld: fototentoonstelling
De crisis. Ze is er wel, maar je ziet haar niet. Het ligt er natuurlijk wel aan hoe je kijkt.
Een blauwe bank met houten pootjes. Aan de muur erboven een schilderij in blauwtinten. Op de bank een vrouw van een jaar of veertig met blauwe schoenen aan.
Diezelfde blauwe bank met houten pootjes. Aan de muur erboven een zwart-witfoto van een wereldstad in de nacht. Op de bank een man van eind twintig met een rechthoekige bril.
De vrouw verkocht de bank op Marktplaats. T.e.a.b. De man kocht hem van haar.
De foto’s van Anda van de Riet, te bezichtigen in de Rotterdamse Kunsthal, maken deel uit van een tentoonstelling met de opwekkende titel ”Voor de lens: Crisis!” Twaalf Nederlandse fotografen speurden in opdracht van regionale overheden –provincies, gemeenten– door de lenzen van hun camera’s naar de crisis in hun omgeving.
Het leverde een mengelmoes aan fotoseries op, die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken hebben. En het economisch tij valt ook niet direct aan alle beelden af te lezen.
Zo appelleren de Marktplaatsfoto’s in eerste instantie helemaal niet aan een crisisgevoel. Nee, ze lokken gemijmer uit over trivialiteiten uit de levens van aanbieder en koper. Hoe oud zou die vrouw precies zijn? Wat voor bank gaat ze nu kopen? Hoe lang had ze deze blauwe en hoe duur was hij toen ze hem kocht? Wat een grappige schoenen. Die man, werkt hij al, of zou hij nog een beetje studeren? Zou hij de bank gekocht hebben omdat hij hem mooi vond, of omdat hij nog heel was en niet duur? Zou hij gelukkig zijn?
Dat soort dingen roepen die beelden en alle andere foto’s –meisje verkoopt bureaustoel, meisje koopt bureaustoel, vijftiger die jeugdig wil lijken verkoopt lp’s, net zo’n vijftiger die jeugdig wil lijken koopt lp’s– van Marktplaatshandelaars op, niks crisis.
Hoewel, misschien juist toch? De vrouw met de blauwe schoenen ziet er weliswaar niet uit alsof ze lijdt onder de crisis en de twintiger ook niet, maar het kan maar zo dat zij bedacht heeft: O ja, het is crisis, laat ik die bank op Marktplaats zetten, misschien heeft iemand er nog iets aan, en het kan maar zo dat hij dacht: O, crisis, wie weet wat er nog komt, ik koop geen nieuwe bank, ik kijk op Marktplaats dit jaar. Of –je weet het niet– misschien is hij wel net ontslagen en misschien had zij een rekening bij Icesave.
Marktplaats is in elk geval een goede seismograaf voor consumentengedrag en uit de gegevens van de handelssite blijkt dat de economische crisis een grote impact heeft op het koopgedrag van mensen. Je ziet haar niet altijd, die crisis, maar ze is er toch.
De Marktplaatsfoto’s zijn gemaakt in opdracht van het Centrum Beeldende Kunst Zeeland, en dat is meteen de eigenzinnigste opdrachtgever van het hele rijtje. De crisis gaan we positief benaderen, vonden de Zeeuwen. „Een crisis is voor veel mensen ook hét moment voor bezinning en biedt de mogelijkheid het leven een nieuwe draai te geven”, aldus het CBK. Een Zeeuws ”Yes, we can”.
De foto’s van Petra Spiljard –eveneens in opdracht van CBK Zeeland– tonen de dagelijkse beslommeringen van mensen met de voedselbank als broodheer. Armoedige huishoudens, maar daardoorheen schemert gezelligheid. Donkerharige Pieter gebruikt de maaltijd bij een vriend, met macaroni, Aromat en Euroshopperbier.
De provincie wil verder de blijde vinger leggen bij de toeristenindustrie, die alleen in Zeeland in 2009 meer toeristen trok dan het jaar ervoor. De opdracht leidde tot een reeks dromerige beelden van pastelkleurige beddenspreien, gordijnen, verwarmingsbuizen, bloemenbehang en kussenruches uit Zeeuwse hotels en bed and breakfasts. Creatief, maar de link met de crisis is ver te zoeken.
In opdracht van de Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht schoot Marjolein Busstra een reeks geheimzinnige close-ups van stoffige kamerhoeken en rommelige laden vol klosjes garen, leesbrillen, nagelknippers, papieren zakdoekjes en bruine envelopjes. Ze moeten de zoektocht naar het fysieke geld verbeelden, naar de oude sok die weer belangrijk werd door het wantrouwen van mensen tegenover de banken sinds de financiële crisis en het DSB- en Icesavedebacle. De foto met het boek met daarin een peervormig gat vol briefgeld is de explicietste van de serie.
Thomas Kuijpers –Utrecht– benaderde het fenomeen crisis van een filosofische kant. Een crisis geeft onzekerheid en angst voor de toekomst. Maar na regen komt zonneschijn en dat laat Kuijpers zien aan de hand van een serie audioportretten van Utrechters die op een of andere manier een crisis doormaakten en daar al dan niet gelouterd uitkwamen.
Ze staan frontaal op de foto, tegen een glitterwand en met een medaille voor getoonde moed op de borst gespeld. Via koptelefoons onder de foto’s valt hun verhaal te beluisteren. „We hebben allemaal wel eens wat”, relativeert ex-dakloze Willem. Maar „het leven van een dakloze is, la’k het zó zeggen, niet simpel.” Franc overwon zijn spraakprobleem door juist te gaan spreken in het openbaar. Zijn advies is even eenvoudig als ingewikkeld. „Is er angst om te doen wat je nodig vindt, doe het dan gewoon met die angst erbij.”
Opvallend zijn de portretten die Henk Wildschut maakte in opdracht van het Stadsarchief Amsterdam en het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Hij bracht een reeks vergaderingen van allerlei welzijnsgroepen en politieke organisaties in het stadsdeel Amsterdam-Noord in beeld, een regio waar armoede twee keer zo vaak voorkomt als in de rest van Nederland.
Het leverde een rij platen op van veelkleurige mensen die stuk voor stuk zeer serieus vergaderen, rond saaie bureaus, in suffe vergaderzaaltjes. Het Netwerkoverleg Voedselbank behandelt de veranderende regels rond de financiële hulpverlening en het multidisciplinair buurtvaderoverleg praat over een grote inbraakgolf in de buurt. Van de acht ‘buurtvaders’ zijn er twee vrouw.
De vergaderingen zijn ook gefilmd en delen ervan worden vertoond in de Kunsthal. Veel geknik, aandachtig geluister. Het befaamde polderen in optima forma.
De foto’s van Judith van IJken –in opdracht van de gemeente Amersfoort– zijn zeer ongemakkelijk, en wie het werk van de Duitse fotograaf August Sander (1876-1964) niet kent, zal de foto’s helemaal bevreemdend vinden.
Sander maakte in de eerste helft van de vorige eeuw zijn beroemd geworden serie ”Mensen van de 20ste eeuw”, een geslaagde poging om de identiteitscrisis waarin Duitsland na de Eerste Wereldoorlog verkeerde in kaart te brengen. Hij portretteerde mensen uit allerlei lagen en standen uit de bevolking. De Vrouw noemde hij ze, De Boer, De Stedeling, De Laatste Mens.
Van IJken schoot naar analogie van Sander series portretten van mensen uit Amersfoort. De crisis, dat is een identiteitscrisis, aldus Van IJken, en daarmee sluit ze aan bij de hoogst actuele zoektocht van Nederland naar een nationale identiteit. Kan Nederland in 2011 nog wel onderverdeeld worden in sociale klassen, vraagt Van IJken zich af, en in hoeverre kan elk individu zijn eigen identiteit bepalen?
De geportretteerden poseren ongemakkelijk in houdingen van de mensen van Sanders foto’s. Desondanks kan het verschil niet groter zijn. Sanders onbevooroordeelde blik toont zichtbare eerbied voor zijn onderwerpen. Van IJken stelt interessante vragen, maar laat haar geportretteerden niet hun eigen antwoord geven. Ze fungeren slechts als dragers van het antwoord dat ze bij voorbaat al heeft: Nee, een Nederlandse identiteit bestaat niet.
Aardser en concreter en met recht een document van de crisis zijn ten slotte de foto’s van Petra Stavast. Ze legt verslag van de veilingen van bedrijfsinboedels die door faillissementen in de handel zijn gekomen. Ze doet dat op sobere wijze, zonder mensen af te beelden. Het levert treurige foto’s op. De rode vergaderstoelen uit het kantoor van het Scheringamuseum, een printer van een schildersbedrijf uit Alkmaar, Napoleonprullaria uit een advocatenkantoor te Amsterdam.
De crisis. Ze is er en je kunt haar nog zien ook.
De tentoonstelling ”Voor de lens: Crisis!” is tot en met 2 oktober te bezichtigen in de Kunsthal in Rotterdam.