Apenheul trots op komst neusapen
Apeldoorn is in de ban van neusapen. In bushokjes en op vlaggen pronken foto’s van de primaten met hun enorme neus. Dierenpark Apenheul is duidelijk trots op het feit dat het de enige Europese dierentuin is waar de dieren te bewonderen zijn.
Een wijd opengesperde bek, met daarboven een forse neus en fonkelende ogen. Neusaap Bena moet duidelijk even wennen aan de fotografen en journalisten die hem dinsdag als eerste Nederlandse bezoekers kwamen bewonderen. „Het ziet er dreigend uit, maar in principe zijn neusapen niet agressief”, zegt verzorger Tjerk ter Meulen. „We zijn er nog niet achter of dit een soort begroeting is.”
De medewerkers van Apenheul zullen in de praktijk moeten leren hoe ze Bena en zijn broers Bagik en Julau moeten verzorgen. Het Apeldoornse dierenpark is namelijk de enige dierentuin buiten Azië die de uit Singapore Zoo afkomstige apen houdt. Vroeger leefden er wel enkele groepen in westerse dierentuinen, zoals de Bronx Zoo in New York.
Het grote probleem is om het juiste voedsel voor de beesten te vinden. Ter Meulen: „Neusapen eten wel 4000 kilo blad per half jaar. Ik heb twee weken stage gelopen in Singapore Zoo voordat de drie neusapen naar Nederland kwamen. In Singapore haalden de verzorgers het blad gewoon uit de tropische ‘achtertuin’ van de dierentuin. Dat gaat hier een stuk lastiger.” Neusapen eten vooral bladeren van de kattenstaart, hibiscus, witte mimosa, moerbei en ketapang.
Met de kennis die Apenheul tegenwoordig heeft over de voeding van de bladetende apen denkt het dierenpark de drie mannetjesneusapen te kunnen houden. „We geven ze nu onder andere wilgenbladeren”, zegt Ter Meulen. „Op speciale avonden ontdoen vrijwilligers wilgen van hun blad. Dat gaat direct de vriezer in, als voorraad voor de winter.” In totaal proberen de verzorgers 54 soorten blad uit. „Zo krijgen we restmateriaal van een druivenkweker, maar ook rozenbladeren blijken de neusapen te lusten. En sperzieboontjes vinden ze ook heel lekker.”
Een ander probleem voor de neusapen zou de temperatuur kunnen zijn. In het tropische Singapore is het heel wat warmer dan in het kille Nederland. Ter Meulen: „We hebben ze expres in juli laten komen. Nooit gedacht dat het nu zo koud zou zijn.”
Voorlopig blijven Bena, Bagik en Julau in het binnenverblijf. „Daar kunnen we het lekker warm houden.” Het is de bedoeling dat de drie apen eind volgende week het buitenverblijf gaan verkennen. Tot half juni leefden de Japanse langoeren in dit verblijf. Omdat neusapen ook prima kunnen zwemmen, is er in de gracht een afscheiding geplaatst die onder stroom staat.
Dat de primaten nooit van het eiland kunnen ontsnappen, kan Ter Meulen niet garanderen. „Dat zal de praktijk moeten uitwijzen. Neusapen kunnen ook geweldig goed van de ene boom naar de andere springen. Maar omdat ze op het eiland hun voer krijgen, verwacht ik niet dat ze echt weg willen.”
Ondertussen krijgen de drie volop aandacht van de eerste bezoekers van Apenheul. Marcel Eijkholt uit Apeldoorn stond gistermorgen al bij de ingang te wachten tot het dierenpark openging. Hij is speciaal voor de neusapen gekomen. Onder een paraplu staat hij door een grote ruit naar een van de mannetjes te kijken. „Geweldig gewoon! Heel uniek dat deze apen hier te bewonderen zijn. Als ik had moeten gokken welke nieuwe soort naar Apenheul zou komen, had ik nooit op neusapen gegokt. Het zijn zulke moeilijke eters, die gingen vroeger altijd dood in westerse dierentuinen.” De Apeldoornse apenliefhebber heeft er vertrouwen in dat Apenheul de dieren in leven kan houden. „Ze hebben voldoende kennis, ze weten waar ze mee bezig zijn.”
Ook de vroegere verzorger van Bena, Bagik en Julau uit de Singapore Zoo, Azmi Amzah, verwacht dat het goed zal gaan met de drie. „Ze zitten er heel relaxed bij, en ze eten prima. Dat is het allerbelangrijkst.” De verzorger uit Singapore is afgelopen weekeinde met de drie apen meegereisd en gaat pas weer naar huis als de beesten gesetteld zijn.
Als het drie jaar lang goed blijft gaan met de mannetjes neusapen, wil Apenheul in de toekomst gaan fokken met de soort. Zoölogisch directeur Frank Rietkerk: „De dieren worden met uitsterven bedreigd. Ze leven alleen nog maar op Borneo in het wild. Daar is de populatie de laatste veertig jaar met 50 tot 80 procent afgenomen. Apenheul ondersteunt al meer dan tien jaar een project in het Kinabatanganreservaat om te zorgen dat de ontbossing daar een halt wordt toegeroepen. Dat is namelijk de grootste bedreiging voor de 1500 neusapen die er leven. Het zou natuurlijk mooi zijn als we ook door middel van een fokprogramma kunnen bijdragen aan het in stand houden van de soort.”
Neusapen horen in zekere zin ook in Nederland en niet elders in Europa. In de ogen van de bevolking van Borneo lijken neusapen namelijk op Nederlanders. In het Indonesische en het Maleise gedeelte van Borneo worden de neusapen ”orang belanda” genoemd. Oftewel ”Nederlandse mens”.
Met korting naar Apenheul
Een van de redenen voor de komst van de neusapen is het veertigjarig bestaan van Apenheul. Zoölogisch directeur Frank Rietkerk: „We wilden in ons jubileumjaar graag een bijzonder dier binnenhalen. Natuurlijk konden we weer een nieuwe soort dwergaap zoeken, maar de neusaap is echt een heel andere soort die al meer dan twintig jaar niet in Europa te zien is.”
Omdat ook deze krant dit jaar veertig jaar bestaat, kunnen abonnees na een bezoek aan de redactie ’s middags met korting naar Apenheul.