Griekenland zal leningen niet kunnen terugbetalen
Het EU-akkoord over Griekenland (RD 22-07) is onvoldoende. De Griekse schuldenlast blijft te groot, betoogt Peter van Dalen.
Ik was positief verrast over de uitkomst van de eurotop van vorige week. Er zijn enkele belangrijke afspraken gemaakt. Ik denk allereerst aan een strategie voor groei en investeringen in Griekenland. Ook wordt er een speciale taskforce opgericht om de Griekse groei en verbetering van het concurrentievermogen mogelijk te maken. De Grieken worden niet geheel aan hun lot overgelaten. Dat is winst.
Verder is van belang dat nu met nadruk is afgesproken dat we deze financiële ellende in de toekomst niet meer willen hebben. In de eurozone zal beter aan crisisbeheer worden gedaan: meer begrotingsdiscipline en het in 2013 terugbrengen van de overheidstekorten tot onder de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Verdere afspraken daarover worden in oktober van dit jaar gemaakt.
Bovenstaande punten zijn zonder enige reserve te waarderen. Dat mag en moet gezegd worden. Het blijft echter de vraag hoe deze woorden concreet in daden worden omgezet. Wie herinnert zich niet de wijze waarop Duitsland en Frankrijk in 2004 het Stabiliteits- en Groeipact volledig aan hun laars lapten? Zullen de landen in de eurozone zich voortaan wel correct gedragen? Dat blijft scherp opletten natuurlijk.
Er blijft een groot maar: de Griekse schuld vermindert niet. Per 1 maart 2011 bedroeg de Griekse staatsschuld 355 miljard euro. Dat is 163 procent van het bbp. Daar komt nu nog eens 109 miljard euro bij. De Griekse economie is gewoonweg te klein om dit soort enorme bedragen te kunnen terugbrengen tot de beoogde 130 miljard euro, de maximaal toegestane norm van 60 procent van het bbp. Al verleng je de looptijd van de leningen en verlaag je de rentevoet –zoals nu wordt voorzien– dan lukt het de Grieken nog niet om de schuld terug te betalen.
Ik vind het daarom weinig geloofwaardig dat onder anderen minister De Jager (Financiën) blijft beweren dat de Grieken de leningen ooit zullen terugbetalen. Willen is hier niet gelijk aan kunnen. Al zouden de Grieken oprecht willen, ze kunnen zo’n grote schuldenlast niet terugbrengen tot een verantwoorde omvang. Daar is de schuldenlast gewoonweg te groot voor. Er komt een dag dat de Griekse premier Papandreou en de zijnen huilend in Brussel op de stoep staan en roepen: „Het gaat niet, de schuldenlast is te zwaar, help ons!”
Ik vind dus enerzijds dat de regeringsleiders een pluim verdienen. De verklaring van 21 juli ziet er goed uit. Er zitten sterke punten in, zoals het voorkomen van deze ellende in de toekomst en een plan voor herstel van de Griekse economie. Dat is goed voor die economie en de schuldeisers.
Tegelijkertijd is er beslist meer nodig. De Griekse schuldenlast blijft te groot en neemt zelfs toe. Er vindt helaas geen (gedeeltelijke) kwijtschelding van de schuld plaats. De Grieken zullen, zoals koning Sisyfus van Korinthe ooit, blijven duwen tegen het rotsblok van de schuldenlast. Die arbeid zal, evenals bij Sisyfus, tevergeefs zijn. Op dit punt struikelen de staatshoofden en regeringsleiders. Dat is geen mythe maar realiteit.
De auteur is Europarlementariër voor de ChristenUnie.