Twee VN-waarnemers ontvoerd in Congo
In het noordoosten van Congo zijn twee ongewapende waarnemers van de Verenigde Naties ontvoerd. De twee meldden donderdagavond laat dat zij in hun woning werden aangevallen in Beni, 155 kilometer ten zuidwesten van Bunia, de hoofdstad van de provincie Ituri.
Hamadoun Toure, woordvoerder van de VN-missie in Congo (Monuc), wilde vrijdag niet zeggen welke nationaliteit de ontvoerde waarnemers hebben. De voormalige rebellenbeweging RCD-ML, die in Beni haar hoofdkwartier heeft, meldde later over informatie te beschikken dat de waarnemers nog in leven zijn. RCD-ML-leider Mbusa Nyamwisi wilde niets loslaten over de identiteit van de ontvoerders, omdat hierdoor onderhandelingen over de vrijlating van de waarnemers stuk konden lopen.
De ontvoerders wilden volgens Nyamwisi met hun actie de eis kracht bij zetten dat Monuc een ruimer mandaat krijgt om geweld te gebruiken, zoals internationale troepenmacht in Bunia, in het uiterste noordoosten van Congo. Deze door Frankrijk geleide legermacht mag hard optreden om een eind maken aan het etnische geweld dat sinds mei aan minstens 500 mensen het leven heeft gekost zonder dat een 700 man sterke VN-macht in Bunia zich bevoegd achtte om in te grijpen.
In Bunia is straffeloos geweld nog steeds aan de orde van de dag. Dat zei Unicef, het kinderfonds van de VN vrijdag in Genève. „Er zijn nog steeds, overdag en ’s nachts, verkrachtingen, moorden en ontvoeringen van kinderen en de plunderingen gaan door. Dat alles gebeurt volkomen ongestraft”, zei Unicef-woordvoerder Damien Personnaz. Hij zei dat de situatie enigszins was verbeterd sinds de komst van de Franse troepen, maar dat die slechts een deel, het vliegveld en enkele wijken, van de stad onder controle hebben. „En dat belet gewapende groepen absoluut niet geweld te plegen. Unicef is erg ongerust over de situatie”, aldus Personnaz.