De natuurlijke broedplaats van de uil is door de jaren heen verloren gegaan. Daarom plaatst de werkgroep nestkasten bij boeren. Ook roept hij mensen die landelijk wonen ertoe op om hetzelfde te doen, zodat de steen- en de kerkuil weer meer toekomst hebben in het gebied.

Uilen bevolkten ooit van nature de boerderijen. Door veranderingen in het landschap zijn ze echter steeds meer in het nauw gekomen. Om de steen- en de kerkuil voor het Groene Hart te behouden, plaatst de uilenwerkgroep nestkasten bij boeren en andere erfbezitters in het gebied dat wordt omsloten door Alphen aan den Rijn, Zwammerdam, Boskoop, Bodegraven en Gouda.

De nestkasten vervangen de voor deze vogels broodnodige nestruimte die door het verdwijnen van holle knotwilgen en oude schuurtjes verloren gaat. „Zonder deze nestkasten komen de vogels niet tot broeden of nemen ze hun intrek in minder geschikte broedplaatsen, waardoor een nest door bijvoorbeeld oververhitting of een onverwacht bezoek van een kat of hond geen nakomelingen oplevert. Met nestkasten vliegen er vaak tot wel zes gezonde uilskuikens uit”, aldus Guido van Paassen van de werkgroep.

De werkgroep heeft tot dusver 75 nestkasten geplaatst. „In vier ervan zijn broedende steen- en kerkuilen aangetroffen. De kasteigenaren zijn trots, omdat juist hun erf door deze prachtige vogels is uitgekozen. Een fantastisch resultaat. Maar we zijn er nog lang niet”, aldus Van Paassen. „Het aantal jongen dat de eerste winter overleeft is klein en voor een gezonde populatie is het nodig dat het aantal broedparen verder toeneemt.”