De burgemeester wil een onderzoek naar de oorzaak van de storing die in de nacht van dinsdag op woensdag communicatienetwerken in Zuid-Holland trof. Daardoor konden ook de Rotterdamse metro’s woensdagochtend urenlang niet rijden.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid stellen eveneens een onderzoek in naar de problemen bij KPN. Het ministerie wil van alle betrokken partijen, waaronder KPN en de betrokken veiligheidsregio’s, weten waaraan de storing is te wijten en wat de gevolgen zijn geweest. Dat eerste onderzoek moet snel klaar zijn.

Het onderzoek van de inspectie is eind augustus afgerond. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid is toezichthouder op het communicatienetwerk C2000.

Wegens de storing verhoogde de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) de staat van de hulpverlening naar een zogenoemde grip 4. Het probleem werd veroorzaakt door spoedwerkzaamheden van KPN. Rond half negen ‘s ochtends had KPN het probleem verholpen.

Door de telefoonstoring konden de hulpdiensten elkaar minder goed bereiken. Vooral de communicatie tussen de meldkamer en de hulpverleners en wagens op straat liep spaak.

De diensten moesten daardoor improviseren. Soms moesten medewerkers meermaals inbellen met hun mobilofoon en werd onderling per gsm gebeld. In de regio Hollands-Midden werd eerst een coördinator mobiel gebeld, waarna die via de mobilofoon de hulpdiensten kon aansturen.

Tienduizenden reizigers konden woensdagochtend niet met de metro reizen want bestuurders van de voertuigen konden niet communiceren met de verkeersleiding. De RET besloot daarop uit veiligheidsoverwegingen geen enkele metro te laten rijden. Vanaf tien uur reden er weer metro’s.

Bejaardentehuizen en ziekenhuizen werden gewaarschuwd, omdat automatische brandalarmen het niet deden. Acute problemen waren er niet. Mensen die 112 belden, liepen de kans dat ze de meldkamer niet te spreken kregen. De politie adviseerde in dat soort gevallen het bij buren nog eens te proberen.