Bijzonder gebouw Museum aan de Stroom in Antwerpen bevat brede collectie
Een aanwinst voor Antwerpen: het Museum aan de Stroom (MAS). Het is bijzonder door de architectuur, de vernieuwende museumopstelling en het vrij toegankelijke dakterras. Het christendom komt er in de expositie echter bekaaid vanaf.
Het is een regenachtige dag. Goed museumweer. Er vormt zich een flinke rij voor de kassa. De bezoekers hoeven niet bang te zijn dat ze zo weer in de regen staan. Het MAS is meer dan een museum. Het MAS omschrijft zichzelf als een „totaalbelevenis.” Je bent er niet in een middagje klaar.
Het MAS ligt prachtig aan een van de oude havens van Antwerpen. Van ver valt de rozerode steenkubus al op. De stenen zijn speciaal ingevoerd vanuit India.
Opvallend zijn ook de golvende ramen. Die zijn in Italië gemaakt. De glaspartij slingert zich in een spiraal rond het gebouw omhoog tot de bovenste etage.
De grote ramen laten zo mooi de structuur van het gebouw zien. Het MAS heeft een openbare schil aan de buitenkant. Daar kan iedereen zo in en uit lopen en de roltrap naar boven nemen, naar het dakterras.
Op elke etage bevindt zich ook een tentoonstellingszaal van het MAS. Daarvoor is wel een entreekaartje nodig. De museumbezoeker moet elke keer weer naar de openbare schil om een etage hoger te komen en daar de volgende expositiezaal te bezoeken.
Het bijzondere gebouw is een ontwerp van de architecten Willem Jan Neutelings en Michiel Riedijk. Hun ontwerp –gebaseerd op gestapelde dozen uit een havenpakhuis– werd uit vijftig inzendingen gekozen. Het is een landmark en zal dat naar verwachting nog lang blijven.
Ook het museum in het gebouw maakt veel indruk. Het zit vol verrassingen. Na de eerste roltrappen komt de bezoeker bijvoorbeeld in het depot. „Hier is te zien hoe stukken uit de collectie worden onderhouden, gerestaureerd en bewaard. Normaal krijgt een museumbezoeker daar niets van te zien. Hier wel. We hopen de mensen zo dichter bij de collectie van 480.000 objecten te brengen”, vertelt Chris De Lauwer, conservator van het MAS, enthousiast.
De volgende etage –met een wisselexpositie over topstukken uit de collectie– laat De Lauwer rusten. Ze gaat via de roltrap door naar de verdieping erboven. Daar staat de grootheid van Antwerpen in de wereld centraal. Het thema is machtsvertoon. „Het gaat hier over het bevaren van de wereldzeeën, het ontdekken van de kolonies.”
Een etage hoger borduurt het museum voort op hetzelfde thema. Daar gaat het over Antwerpen als wereldstad en nog een roltrap omhoog over de haven van Antwerpen, een van de grootste van Europa. „Bij de oprichting van het MAS is een aantal musea uit de stad samengevoegd. Ook het voormalige scheepvaartmuseum verhuisde hierheen.”
De tentoonstellingszaal bevat tal van prachtige scheepsmodellen van toen en nu. Ze staan allemaal opgesteld op grote plateaus zonder glas ervoor. „Ook dat is een bewuste keuze. Mensen moeten alles kunnen beleven. Maar aanraken mag natuurlijk niet en alles staat stevig verankerd.”
Bij het verlaten van deze zaal kunnen bezoekers een brief in een flesje doen voor de flessenpost. Het is een mooi voorbeeld van de vele doe-items die het museum kent.
Op de etages zeven en acht komt De Lauwer echt op dreef. Het thema luidt hier ”Leven en dood”. „Het gaat hier om existentiële vragen. Waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe?” zegt de conservator, die zelf een kenner is van de oosterse godsdiensten en culturen en de kunst die eruit is voortgekomen.
Bij het betreden van de ruimte komt de bezoeker eerst in een pikzwarte, vrijwel onverlichte slingergang waar „kosmische geluiden” klinken. Daarna volgen presentaties over rouwkaarten, Afrikaanse tovenaars, de invloed van de Egyptische cultuur op de Belgische vrijmetselarij. Veel ruimte is er voor de boodschap van het hindoeïsme en het nog verdergaande jainisme. „Aanhangers daarvan streven naar totale geweldloosheid. Zij zijn streng vegetarisch en ze doen er alles aan om het doden van insecten te voorkomen. In het MAS is er aandacht voor omdat veel van de Indiase diamantairs in Antwerpen jainisten zijn. Ze hebben hier een grote tempel. Het gaat om ongeveer duizend aanhangers. Hun gemeenschap in Antwerpen is inmiddels groter dan de Joodse.”
In dezelfde tentoonstellingsruimte is er ook aandacht voor de „religies van het Boek”, zoals De Lauwer ze omschrijft: christendom, jodendom en islam. Opmerkelijk is dat de drie op drie precies evengrote plateaus worden gepresenteerd, alsof België niet gestempeld is door de Rooms-Katholieke Kerk. Een vorm van overcorrectheid? „Misschien”, antwoordt De Lauwer ontwijkend.
Het christendom wordt op een van de tekstpanelen omschreven als een godsdienst die 2000 jaar geleden is ontstaan en waarvoor het Nieuwe Testament het belangrijkste boek is. Iets meer onderzoek had tot een andere tekst geleid.
Na nog één etage met oude voorwerpen uit Noord- en Zuid-Amerika heeft de bezoeker ‘alles’ gezien. Te veel zelfs, want na negen etages met tal van thema’s is het voor de bezoeker lastig om de structuur van het museum te begrijpen.
Heerlijk om nu een frisse neus te halen. Deze dag is het panoramaterras op het dak daar niet de aantrekkelijkste plek voor. De regen is nog niet opgehouden. Toch is het uitzicht indrukwekkend: de oude stad, de havens, de kerktorens. Antwerpen blijft een mooie stad en is nog een stukje rijker geworden door het MAS. www.mas.be