Terreurdreiging in heel Scandinavië zeer groot
OSLO – De Noorse premier Jens Stoltenberg hield zich vrijdagavond op de vlakte omtrent de vraag of het land getroffen is door islamitisch geïnspireerde terreuraanslagen in het centrum van Oslo en op een eiland 30 kilometer uit de kust.
„In samenwerking met de politie heb ik besloten dat ik daar niet nader op zal ingaan,” verklaarde de geschokte regeringsleider, die gemakkelijk zelf ook het slachtoffer had kunnen worden van de aanslag maar ongedeerd bleef.
In de getroffen wijk in Oslo bevindt zich tevens het kantoor van de premier. Stoltenbergs voorzichtige opstelling is los daarvan in tegenspraak met eerder die middag door de politie gedane uitlatingen dat de gebeurtenissen inderdaad het gevolg zijn van terreur. Experts op dit gebied in Scandinavië twijfelen daar ook niet aan. Op een terreurdaad wijst onder meer dat in het centrum van het explosiegebied een totaal vernielde personenauto op zijn kant bleek te liggen. Daarmee kan een bom vervoerd zijn.
De Zweedse terreurspecialist Magnus Ranstorp acht het waarschijnlijk dat de verantwoordelijkheid bij al-Qaida ligt. „Aanhangers daarvan zijn aanwezig in Noorwegen en zijn als zodanig ook in een eerder stadium door de inlichtingendienst geïdentificeerd.” Noorwegen is doelwit van deze organisatie omdat een aantal media in dit land in navolging van de Deense krant Jyllands-Posten de berucht geworden Mohammedcartoon van de kunstenaar Kurt Westergaard heeft gepubliceerd.
Noorwegen is als NAVO-lidstaat tevens actief deelnemer aan de militaire operaties in Afghanistan. Sowieso is de Scandinavische regio kennelijk doelwit van terroristen. In december kon maar op het nippertje een aanslag op het redactiekantoor van Jyllands-Posten in Kopenhagen worden verijdeld. De Deense en de Zweedse politie pakten nog bijtijds vijf verdachten op, die volgens de inlichtingendienst van beide landen van plan waren om zo veel mogelijk dodelijke slachtoffers te maken. Eveneens in december ontploften er in het centrum van de Zweedse hoofdstad Stockholm twee bommen, waarvan een van een zelfmoordterrorist. De schade bleef echter, in vergelijking met de schade die vrijdagmiddag in Oslo werd aangericht, buitengewoon beperkt.
Als het een terreuraanslag is geweest lijkt de plaats in elk geval zorgvuldig gekozen. Behalve onder meer het kantoor van de premier en het ministerie van Olie bevinden zich in de wijk de burelen van de kranten Aftenposten en VG, alsmede de redactie van de televisiezender TV2.
„De terreurdreiging in Scandinavië is erg groot geworden,” stelde Ranstorp vast. Voor buitenstaanders blijft het desondanks een verrassing dat niet Denemarken als eerste zwaar wordt getroffen, maar Noorwegen, waarvan de zittende regeringscoalitie van sociaaldemocraten en socialisten hoe dan ook niet opvalt door onkritische steun aan Israël.
Niet alleen premier Stoltenberg uitte vrijdagavond geen vermoedens over de daders. Speculaties omtrent de verantwoordelijken voor de aanslagen ontbraken van Noorse politieke zijde vrijdagavond praktisch nog geheel. Waarschijnlijk was iedereen daarvoor nog te druk bezig met de directe gevolgen, zoals het verder stijgende aantal doden en gewonden.
Totale verbijstering, zo kan de stemming nog het best worden getypeerd. De speciale crisisraad van regering was ondertussen permanent bijeen en zal ook de komende dagen weinig tijd hebben voor wat anders.