Amerika opnieuw verwikkeld in ruimterace
De Amerikaanse spaceshuttles kunnen naar het museum. Als alles volgens plan verloopt, keert het ruimteveer Atlantis woensdag terug van de 135e en laatste missie van het shuttleprogramma. Een grote vraag die bij veel Amerikanen leeft: Hoe nu verder?
Zeker is dat duizenden mensen die meewerkten aan de bouw, het onderhoud en de vluchtbegeleiding van het ruimteveer op straat komen te staan. Manager John Shannon van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA liet eind juni al weten dat van de 5500 betrokken werknemers er over een paar dagen al 3200 naar huis worden gestuurd. Eind augustus, wanneer het ‘aftuigen’ van de ruimteveren voor een groot deel klaar is, zal het aantal werknemers verder dalen tot 1000.
Ondertussen klinken er kritische geluiden, zowel van ex-astronauten als van NASA-medewerkers, dat de top van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie niet weet waar hij naartoe wil. De bureaucratie zou regeren en er zou geen heldere toekomstvisie zijn, schreef journalist Joel Achenbach begin deze maand in The Washington Post. „NASA heeft grootse plannen, maar er staat geen nieuwe raket klaar voor lancering, er is geen vastomlijnde bestemming en het ontbreekt de organisatie aan middelen om Amerikaanse astronauten op korte termijn de ruimte in te krijgen, anders dan een plaats voor hen te kopen aan boord van een gedateerde Russische Sojoezraket.”
Achenbach citeerde daarbij onder anderen Neil Armstrong, de eerste man op de maan die onlangs met twee collega-maanreizigers een stevige column schreef in USA Today, en Mike Leinbach, die op 8 juli de leiding had over de lancering van de Atlantis vanuit het Kennedy Space Center.
De NASA-top kan zich –uiteraard– niet vinden in de kritiek en stelt wel degelijk een doel te hebben. Wat dat precies is, blijft echter onduidelijk.
Het ontbreken van een opvolger voor de spaceshuttle, en daarmee van de mogelijkheid om astronauten van en naar het internationaal ruimtestation te brengen, is een pijnpunt van NASA.
In 2005 presenteerde president Bush met veel tamtam het Constellationprogramma. Dat moest de Amerikanen tegen 2020 weer terug naar de maan brengen, en uiteindelijk naar Mars. Daarvoor ontwikkelde NASA de afgelopen jaren de Ares-1-draagraket en de bemanningscapsule Orion. Die zouden klaar zijn tegen de tijd dat de spaceshuttle met pensioen ging.
Projectleider Steve Cook stelde trots dat er voor de raket 1700 ontwerpen waren bestudeerd. Toch was de Ares-1 nauwelijks vernieuwend te noemen. Critici stelden dat hij verdacht veel leek op de Saturnusraket waarmee de Amerikanen in de jaren 60 en 70 naar de maan gingen.
Het Constellationprogramma kreeg bovendien al snel te kampen met vertraging. Een regeringscommissie onderzocht de zaak en constateerde dat de Constellation „niet levensvatbaar” was door gebrek aan financiële middelen.
Eerder dit jaar draaide president Obama de geldkraan helemaal dicht. Dat betekende het einde van het project, waarin de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie op dat moment al 10 miljard dollar (bijna 7 miljard euro) had geïnvesteerd. „NASA gaat ver over het budget, is achter op de planning en is totaal niet innovatief”, oordeelde Obama.
De president zag veel liever dat Amerikaanse astronauten in het vervolg met commerciële bedrijven naar het internationaal ruimtestation reizen, en eventueel naar de maan en Mars.
Gezien de enorme kosten van het spaceshuttleprogramma is dit misschien nog niet eens zo’n slecht idee. NASA was de afgelopen dertig jaar voor elke missie met het ruimteveer 1 miljard dollar kwijt. Terwijl het ooit werd gepresenteerd als een toestel dat een wekelijkse dienstregeling op de ruimte kon onderhouden voor slechts 7 miljoen per vlucht.
Ondertussen staan diverse commerciële bedrijven klaar om het stokje over te nemen. De grootste kanshebbers lijken SpaceX en Orbital Sciences Corporation.
Beide beschikken al over raketten waarmee ze vracht –voornamelijk satellieten– lanceren. Daarnaast hebben de partijen allebei een overeenkomst met NASA voor onbemande bevoorradingsvluchten naar het internationaal ruimtestation, dat op 400 kilometer hoogte rondjes om de aarde draait.
Hoe ver Orbital is met de ontwikkeling van een capsule voor bemanning, is onduidelijk. SpaceX liet in april weten een contract te hebben getekend met NASA voor „de voltooiing van de opvolger van de spaceshuttle.” De eerste bemande vlucht is voorzien voor 2014, zo liet SpaceX-oprichter en directeur Elon Musk bij die gelegenheid weten. Musk werd multimiljonair met het internetbetaalbedrijf PayPal.
Het bedrijf kan de bemande capsule Dragon onder meer ontwikkelen met de miljoenen die het krijgt van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie. Op dit moment werkt het aan een veiligheidssysteem waarmee astronauten in geval van nood tijdens de lancering kunnen ontsnappen, liet Musk weten.
Volgens de SpaceX-topman betaalt NASA de komende tijd meer dan 750 miljoen dollar per jaar –63 miljoen per stoel– om zijn astronauten met een Russische Sojoez van en naar het internationaal ruimtestation te krijgen.
Het commerciële bedrijf zal astronauten vervoeren in een zevenpersoonscapsule, ruim het dubbele van de capaciteit van de driepersoons Sojoez. Musk stelt bovendien een plaats te kunnen aanbieden tegen een derde van het tarief van de Russen.
Het afgelopen decennium zijn er tal van andere bedrijven en bedrijfjes ontstaan die zich richten op de ruimte. Daaronder zijn Blue Origin, een initiatief van Amazon.comoprichter Jeff Bezos, en Bigelow Aerospace van hoteleigenaar Robert Bigelow, dat zich richt op de ontwikkeling van ‘hotelkamers’ in de ruimte.
Om de concurrentie voor te blijven, heeft de ontwikkeling van de raketten en modules over het algemeen in het diepste geheim plaats. De Amerikanen zijn daarmee opnieuw verwikkeld in een ruimterace, net als decennia terug. Toen wedijverden ze met de Russen, nu is het een wedloop tegen landgenoten.
Exclusieve vakantiebestemming
Mensen die over miljoenen beschikken, kunnen over een paar jaar ongetwijfeld een ruimtevakantie boeken bij de commerciële ruimtevaarder SpaceX. Wie een kleinere beurs heeft, zeg zo’n 100.000 euro, boekt een ‘uitstapje’ van anderhalf uur naar de ruimte om bij die gelegenheid een paar minuten gewichtloosheid te ervaren. Inmiddels bestaan er tal van plannen voor spaceports om zulke trips mogelijk te maken.
Het verst gevorderd is Virgin Galactic, dat de Mojavewoestijn in New Mexico koos als thuisbasis voor zijn Spaceport America.
Sinds 2005 hebben meer dan 430 mensen een vlucht geboekt, zo meld het bedrijf op zijn website. Het toestel waarmee de passagiers zullen vliegen, SpaceShipTwo van Scaled Composites, heeft de eerste testvluchten er ondertussen opzitten. Wanneer de eerste ‘astronauten’ –voor een prijs van 200.000 dollar (bijna 140.000 euro) per persoon– hun brevet zullen halen, durft Virgin Galactic niet te zeggen.
Ook Nederlanders zien mogelijkheden in deze nieuwe tak van sport. Zo zijn er plannen voor een spaceport op Curaçao. Ongeveer dertig mensen hebben een ticket gekocht voor een prijs van bijna 60.000 euro, zo lieten de twee initiatiefnemers, Ben Droste en Harry van Hulten, in mei weten. De ruimtevluchten moeten vanaf 2014 plaatshebben. Welke toestellen ze gaan gebruiken, is nog niet duidelijk: het zespersoons SpaceShipTwo of de Lynx, een tweezitter van XCOR, een bedrijf dat eveneens gevestigd in Mojave, Californië.
Anderen zien wel wat in een spaceport op de luchthaven van Lelystad. Of in Schotland.
Het meest aanbevelenswaardig is misschien wel een vlucht vanaf de Zweedse stad Kiruna, boven de poolcirkel, met ’s zomers zicht op de middernachtzon en ’s winters mogelijk het prachtige noorderlicht.