Dat stelden verschillende deskundigen die donderdag de Tweede Kamer informeerden over de mogelijke uitzending van Nederlandse mariniers naar Irak.

De huidige afwachtende houding van de sjiieten in Zuid-Irak is slechts een fase, volgens Irak-kenner dr. R. Soeterik. Als de bezetters, de VS en Groot-Brittannië, hun geen politieke toekomst bieden, zullen ze zich gewapend verzetten tegen zowel de bezetters als de stabilisatiemacht. Onderscheid tussen die beiden is voor de Irakezen moeilijk te maken, omdat beide groepen soldaten veelal dezelfde taken uitvoeren, aldus hoogleraar volkenrecht mr. N. J. Schrijver van de Vrije Universiteit in Amsterdam.

De provincie Al Muthanna is bovendien vanwege haar rust aantrekkelijk voor Irakezen die zich willen organiseren om aanslagen op westerse militairen te plegen, denkt oud-generaal der mariniers F. van Kappen. Het is daarom goed dat er marechaussees meegaan om de lokale politie bij te staan.

De Nederlandse mariniers zijn volgens Van Kappen voldoende bewapend. Mocht het in de rustige provincie toch tot een geweldsexplosie komen, dan zullen de Britten de Nederlandse mariniers snel en vakkundig ontzetten, meent de generaal buiten dienst.

De vakbonden voor defensiepersoneel maken zich nog zorgen over de weersomstandigheden in Irak en over eventueel gevaar van rondzwevend verarmd uranium. Bovendien willen de bonden dat alle militairen voor de missie bloed afgeven, zodat eventuele klachten na terugkeer beter kunnen worden onderzocht.

Na het openbare deel van de hoorzitting konden de kamerleden in een besloten deel nog vragen stellen aan de militaire top. Na afloop van die sessie toonde een meerderheid van de Kamer zich overwegend positief over de uitzending van de 1100 militairen.