Terugkoopregeling bij verkoop pachtgronden
Onder druk van de Tweede Kamer kiest staatssecretaris Wijn (Financiën) voor een voorzichtiger opstelling bij de verkoop van agrarische gronden in de IJsselmeerpolder, de Flevopolder en de Wieringermeer.
In de verkoopcontracten wordt een tien jaar durend terugkooprecht voor de Staat opgenomen.
Het risico aan deze voorzichtige opstelling is volgens Wijn dat het aanbod voor de pachters van de grond een slagje minder aantrekkelijk wordt. Daardoor kan de doelstelling om ten minste 55 procent van de aangeboden grond daadwerkelijk te verkopen in gevaar komen. In dat geval zal Wijn de grond aanbieden aan institutionele beleggers.
Wijn moet 55 procent van de aangewezen 16.000 hectare aan niet-strategische grond verkopen om een bedrag van 110 miljoen euro binnen te halen. Dat bedrag heeft het kabinet nodig voor de financiering van het Veiligheidsplan van minister Donner (Justitie). De Tweede Kamer besloot vorig najaar tot deze dekking op initiatief van VVD-voorman Zalm, toen nog fractieleider van de VVD.
Destijds steunden alle kamerfracties, op de SP na, de motie-Zalm. Donderdag leek een aantal van hen in een debat in de commissie financiën toch wat geschrokken van de consequenties van die motie, die opriep tot versnelde uitgifte van domeingronden. „Verkocht is verkocht”, zo vatte SGP-kamerlid Van der Vlies de gevoelens van onzekerheid samen. „Je moet er wel beleid op zetten.”
Bij LPF en PvdA leeft de vrees dat boeren met de grond zullen gaan speculeren, omdat de prijs (zo’n 13.000 euro per hectare) volgens hen veel te laag is. Maar Wijn wil geen antispeculatiebeding, omdat dat bij de verkoop van gronden in altijddurende erfpacht ongebruikelijk is. Overigens vermoedt het CDA dat de prijsstelling juist weer aan de hoge kant is voor boerengezinnen.
Onder druk van de Kamer stemde Wijn donderdag wel in met een terugkoopregeling voor de staat voor een periode van tien jaar. Dit heeft te maken met alle planologische beslissingen die in Flevoland nog genomen moeten worden, bijvoorbeeld rond Almere, Lelystad en de Zuiderzee-spoorlijn. De Kamer vreest dat niet-strategische grond daardoor alsnog strategisch zal worden, en dat de staat een deel vroeg of laat tegen hogere prijzen terug zal moeten kopen.
LPF en PvdA overwegen nog een motie om ook een antispeculatiebeding in de contracten te krijgen.