Druk op WW en WIA door meer werkende ouderen
DEN HAAG (ANP) – Ouderen moeten langer doorwerken en dat legt extra druk op de sociale zekerheid. Ouderen doen al vaak een beroep op regelingen voor arbeidsongeschiktheid (WIA/WAO). Dat wordt meer, omdat ook „minder fitte ouderen” langer doorwerken. Verder lopen werknemers op latere leeftijd weliswaar minder risico op werkloosheid dan jongeren, maar eenmaal in de WW komen ouderen er moeilijker uit.
Dat blijkt uit het dinsdag gepubliceerde Kennisverslag: ouderen op de arbeidsmarkt van het uitkeringsinstituut UWV. De afgelopen jaren zijn 55-plussers flink meer gaan werken. In 2010 werkte van deze groep 49 procent, tegen 34 procent in 2000. De stijging komt doordat meer vrouwen zijn gaan werken en omdat de overheid vervroegd pensioen minder aantrekkelijk maakt met de toenemende vergrijzing.
Het UWV heeft al te maken met veel oudere werklozen en arbeidsongeschikten. Van de WAO/WIA-gerechtigden is de helft 55 jaar of ouder en van de langdurig werklozen in de WW is dat meer dan 40 procent.
Zolang ouderen werken, lopen ze minder risico op werkloosheid dan jongere collega’s, omdat ze vaker een vast contract hebben. Maar eenmaal ontslagen of arbeidsongeschikt komen ze lastig weer aan de slag. Werkzoekenden op leeftijd worden minder dan jongeren uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Werkgevers denken vaak dat ouderen minder productief zijn.
Maar of een oudere werkzoekende een andere baan vindt, hangt ook erg van de persoon zelf af. Zo blijkt van belang of iemand een positief gevoel heeft over zijn gezondheid. Bovendien maken werkgevers steeds meer gebruik van tijdelijke krachten, terwijl veel ouderen gewend zijn aan een vast dienstverband.
Volgens het UWV moeten ouderen meer geholpen worden bij de overstap naar een andere baan. Want het gaat wel de goede kant op met het langer doorwerken bij dezelfde baas, maar zonder extra hulp en ook betere dienstverlening aan werkgevers dreigt tegelijkertijd een grotere groep ouderen in de WIA, WW of bijstand te belanden.