Volgens de Duitse organisatie verlaten talrijke islamitische stammen hun huidige woongebied, omdat de oprukkende woestijn hun levensmogelijkheden bedreigt. Ze trekken naar zuidelijker gebieden, waarvan de bewoners meestal christenen of aanhangers van natuurgodsdiensten zijn, dan wel een mengvorm van islam en natuurgodsdienst aanhangen. Met financiële ondersteuning van islamitische landen bouwen ze islamitische centra, koranscholen, moskeeën en poliklinieken. Deze instellingen zijn aantrekkelijk voor de arme bevolking. Zo is bijvoorbeeld het onderwijs gratis.

De uitbreiding van de islam bedreigt zowel de door de staat gefinancierde scholen als de kerken, die financiële prikkels voor een overgang naar een andere godsdienst van de hand wijzen. Ook christenen laten zich overhalen moslim te worden, berichtten VKTM-zendelingen tijdens de jaarvergadering in Kircheim-Nabern. Ze brengen van de inheemse kerken in Tsjaad, Kameroen, Nigeria en Guinee de hulproep om versterking over. De voorzitter van het Werkverband voor Evangelische Missiologie, prof. Klaus W. Müller uit Giessen, heeft tot steun aan de bedreigde kerken opgeroepen.

Volgens Heiner Ziegenhardt van VKTM kunnen per direct zeventig werkers voor onderwijs- en zorgprojecten en bijbelscholen naar de Midden-Afrikaanse landen worden uitgezonden, „als wij de mensen maar hadden.” Op dit moment is de Duitse organisatie met dertig zendelingen in vier Midden-Afrikaanse landen vertegenwoordigd. Tijdens de jaarvergadering zijn zes personen voor een langdurig project en vijf voor een kort project uitgezonden.

Ds. Ariko Ekitala uit Kenia heeft ervaring met de aantrekkingskracht van de islam op de arme bevolking. Het Reformed Institute for Theological Training, waarvan hij adjunct-directeur is, ligt slechts enkele kilometers verwijderd van een moslimcentrum, dat gratis vorming aanbiedt. Dat aanbod is te verleidelijk voor de arme Keniaanse bevolking, aldus Ekitala.