De databank is met de 50 miljoen waarnemingen koploper op haar gebied in Europa, volgens de GaN. Het einde van de waarnemingen is nog lang niet in zicht. Per jaar komen er ongeveer twee miljoen bij. Uiteindelijk zal de bank waarschijnlijk gevuld zijn met ongeveer 100 miljoen unieke waarnemingen.

De NDFF is in het leven geroepen om informatie te krijgen en te geven over het voorkomen van planten en dieren. Zo kunnen bijvoorbeeld gemeenten, provincies, projectontwikkelaars en bouwbedrijven aan de hand van de gegevens zien of er beschermde dieren of planten leven in een gebied waar zij hun oog op hebben laten vallen.

De gegevens komen onder meer van natuurorganisaties als de Vlinderstichting, Sovon Vogelonderzoek, Floron en de Zoogdiervereniging. Niet alles is van recente datum, de oudste gegevens komen uit 1910. Veel waarnemingen staan op papier en moeten nog gedigitaliseerd worden.

In juni deed de GaN onderzoek onder gemeenten. Van de 233 gemeenten die meededen, liet 79 procent weten natuur in hun beleid belangrijk te vinden. De beschikbaarheid van betrouwbare natuurgegevens werd door 90 procent als belangrijk aangemerkt. In contrast daarmee staat dat 59 procent van de gemeenten geen gegevens bijhoudt over de aanwezigheid van beschermde dieren en planten binnen haar gebied.