Cultuur & boeken

Bradley G. Green over het Woord dat geschiedenis schept

Geloof en wetenschap staan tegenwoordig op gespannen voet met elkaar. Bradley G. Green, hoogleraar aan de Union Universiteit en medeoprichter van de Augustine School of Liberal Arts in Jackson, laat zien dat kennis juist voortvloeit uit het geloof.

dr. Ewald Mackay
18 July 2011 12:41Gewijzigd op 14 November 2020 15:51

In ”The Gospel and the Mind” verzet hij zich tegen het moderne dualisme waarbij wetenschap en geloof elkaar uitsluiten en alleen de wetenschap telt. Tegelijk verzet hij zich tegen het postmoderne scepticisme dat zowel geloven als weten relativeert. Green verdedigt het geloof als een echte, zij het bescheiden vorm van weten.

Tijdens zijn studietijd ontdekte Green dat het geloof rust op een waarheid buiten hemzelf –die van de heilsfeiten– die door Gods Geest voor en in hemzelf werkelijkheid werd. Het geloof werd daarmee voor hem de bron der waarheid van alle dingen: „Er is geen verstand zonder het kruis.” Hij sluit hierin aan bij de klassieke traditie van de kerk: „Ik geloof opdat ik wete” (Augustinus, Anselmus), en bij de hedendaagse verwoording daarvan door Bruce Lockerbie: „Overal waar het Evangelie wordt geplant, volgt de academie.” Het geloof schept aldus een traditie van weten en daarmee ook van onderwijs. Green laat zien hoe dit proces op een vijftal gebieden vorm heeft gekregen.

Schepping en geschiedenis

Het joods-christelijke denken rust in de idee van de schepping. De werkelijkheid is geschapen door God als een geordende en goede wereld. God schiep de mens als het wezen dat met verstand is begiftigd en de geschapen orde ook als zodanig kan kennen. Met een beroep op Johannes 1 en Justinus Martyr (een vroegchristelijke apologeet) spreekt Green hier over de Logos of de Rede (het Woord) Gods die wij met onze rede of logos kunnen kennen. Heel de westerse manier van denken is in feite gebaseerd op deze notie van schepping. Hier ligt een immens erfgoed van de kerk waarin een alternatief werd geboden voor het heidense pantheïsme en voor de Griekse idee van eeuwige materie.

Doordat de natuur niet goddelijk, maar een geschapen werkelijkheid tegenover God is, krijgt de geschiedenis pas echt ruimte. Immers, binnen het pantheïsme van de mythische culturen is er slechts de eeuwige cirkelgang der dingen. Maar Abraham kan op weg gaan uit Ur der Chaldeeën: hij gaat op reis door de tijd, hij maakt geschiedenis. Daarmee is de ontdekking van de geschiedenis ook deel van het erfgoed van de kerk: nergens bloeiden de wetenschap in het algemeen en de geschiedwetenschap in het bijzonder zozeer op als in de christelijke beschaving. God handelt in de natuur en in de geschiedenis en daarom moeten wij natuur en geschiedenis ook kennen en onderwijzen als spiegels van God.

Finaliteit

Hieruit volgt het tweede aspect, namelijk de notie van finaliteit. Er is in alle dingen een telos of doel. Dat mag je niet meer zeggen in de moderne en postmoderne tijden. Dingen hebben hooguit een mechanische wetmatigheid of een zelfgekozen doel, maar geen van buitenaf ingelegde doelgerichtheid. Zelfs denkers die kritisch staan tegenover de (post)­moderniteit –zoals Roger Scruton en Allan Bloom– durven niet in deze termen te denken en blijven hangen in een door de cultuur zelf gedefinieerd doel van hoge beschaving of moraliteit. Hier tegenover put Green uit de bronnen van de Vroege Kerk –werken van Athanasius en Augustinus– die een werkelijke finaliteit hebben verwoord en ook hebben geleefd vanuit de daarbij behorende gestalte van de hoop.

Het kruis

De schepping en de geschiedenis zijn aangelegd op God; God is hun telos, hun doel, hun finaliteit. Door de val zijn schepping en geschiedenis echter van richting en doel veranderd; ze zijn van heteronoom autonoom geworden. In de messiaanse weg heeft God Zelf echter de herschepping van de gevallen wereld bewerkstelligd en haar aldus van richting omgebogen. Christus is in dit licht het begin en het einde van de geschiedenis. Hij is ook haar midden, met het kruis en de opstanding als centrum. Dit betekent dat ons verduisterde kennen deelt in de verlossing. Ons kennen kan hiermee in beginsel werkelijk gericht worden op het kennen en dienen van God en de naaste. Ons kennen zal echter op aarde nooit volkomen zijn, maar altijd ten dele blijven. Hiermee is een sterk maar niet absoluut kennisideaal verwoord.

De christelijke theologie heeft aan de grandioze vorming van aspecten van deze kennis –bijvoorbeeld in de theologie van het Woord (de Logos)– sterk bijgedragen.

Taal

Binnen deze theologie van het Woord staat het mysterie centraal van Christus als het goddelijke Woord (Joh. 1). Waarom heet Christus ”het Woord”? Dat is een geheimenis op zich. Een woord neemt de gewone taal reeds een middenpositie in tussen twee werelden: de onzienlijke, geestelijke wereld en de zienlijke, materiële wereld. Gods spreken is in feite ook zo’n midden tussen gene en deze zijde. Hij schept door te spreken: „Er zij licht” en er was licht. (Gen. 1) Bij deze schepping was het Woord, Christus, betrokken. In de incarnatie wordt God mens, en wordt het Woord vlees.

Gods spreken is betrouwbaar en wij hebben het kenvermogen gekregen om Zijn woorden te verstaan. In schril contrast met Greens ”logocentrisme” staat de postmoderne taalfilosofie van de Fransman Jacques Derrida (1930-2004), die stelt dat woorden altijd manipulatief zijn en aldus iets heel anders zeggen dan ze lijken te zeggen. Green verzet zich hiertegen en laat zien dat dergelijk denken tot een totale betekenisloze en cynische wereld leidt waarin elke verstaanbaarheid onmogelijk wordt.

Ethiek

Alle vorige aspecten brengen tot een bescheiden maar betrouwbare kennis van de wereld en van God. Deze kennis is geënt in God en in Zijn Woord. Zij kan brengen tot het juiste morele handelen jegens de schepping en de medemens.

Green heeft een mooi en wijs boek geschreven, dat apologetisch van aard is maar geen felle toon heeft. Het laat op een sterke manier zien dat de geloofstraditie er mag zijn en dat zij zich niet in valse bescheidenheid hoeft terug te trekken omdat modernisten en postmodernisten toevallig in de mode zijn.


Boekgegevens

The Gospel and the Mind. Recovering and Shaping the Intellectual Life, Bradley G. Green;
uitg. Crossway, Wheaton, Illinois, 2010; ISBN 978 1 43335 1442 5; 192 blz.; $ 16,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer