De dienst maakte deel uit van het Oranienjahr. In het Duitse Diez zijn dit jaar verschillende activiteiten rond de 300e sterfdag van de prins.

Voorgangers in de herdenkingsdienst waren de Diezse predikanten G.-M. Scheuch en I. Lüderitz. Uitgangspunt van de overdenking was Psalm 26:8: „Heere! ik heb lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels Uwer eer.”

Kerken overleven de eeuwen, zo luidde de boodschap zondagmiddag, vertelde ds. Lüderitz maandagmorgen desgevraagd. „In musea is cultuur te zien, maar die is niet meer in gebruik. Kerken doen na 500 jaar nog hetzelfde als eeuwen geleden. Kerken leven en worden nog steeds gebruikt. Zo hebben we over de generaties verbinding”, aldus de predikant.

Zondag was er in de dienst vooral aandacht voor de moeder van Johan Willem Friso, Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau (1666-1726), en haar dochters. De voorouder van koningin Beatrix –in rechte lijn– verbleef veel in Diez en heeft veel voor de stad betekend.

Tijdens de dienst vond ook de officiële oplevering plaats van de gerestaureerde marmeren sarcofaag van Henriëtte Amalia. Ook de grafkelder waarin haar vijf ongetrouwde dochters liggen begraven, is klaar na een grondige renovatie. De kelder had last van vocht en schimmels.

Bij de kerkdienst in Diez was onder anderen drs. B. Woelderink, oud-directeur van het Koninklijk Huisarchief, aanwezig.