„Thailand en Cambodja moeten weg bij tempel”
DEN HAAG (ANP/AFP/DPA) – Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft Cambodja en Thailand maandag gelast direct hun troepen bij het betwiste tempelcomplex Preah Vihear weg te halen. Bij schermutselingen in het conflictgebied zijn dit jaar al tientallen militairen uit beide landen gesneuveld. Ook sloegen vele duizenden burgers op de vlucht voor de gevechten.
Het ICJ wees maandag vonnis in het kort geding dat Cambodja in april had aangespannen tegen Thailand. Phnom Penh eiste dat Bangkok zijn troepen terugtrekt uit het omstreden grensgebied bij de 11e-eeuwse hindoetempel.
ICJ-president Hisashi Owada stelde maandag dat Cambodja en Thailand een gedemilitariseerde zone rond het tempelcomplex moeten accepteren. Ook moeten ze zich onthouden van alle militaire handelingen, aldus Owada in Den Haag.
De hoogste VN-rechters in het Haagse Vredespaleis besloten in 1962 al dat de tempel toebehoort aan Cambodja. De twee Zuid-Aziatische landen bleven echter ruziën over de omgeving en de toegangswegen tot de tempel. Er loopt nog een bodemprocedure over de juiste interpretatie van de uitspraak uit 1962.
Enkele weken geleden maakte Thailand nog ruzie met de VN-organisatie Unesco over Preah Vihear. Vertegenwoordigers van de Thaise regering liepen boos weg uit overleg met een delegatie van Unesco omdat de VN-organisatie bereid was tot gesprekken over een Cambodjaans plan voor het onderhoud van de tempel.