Romeinen hadden wc zonder stankslot
NIJMEGEN (ANP) – Zowat alle huizen in de Romeinse tijd hadden minimaal een toilet, maar dat wil niet zeggen dat het er allemaal zo hygiënisch aan toe ging. Archeoloog Gemma Jansen van de Radboud Universiteit Nijmegen schreef samen met twee collega’s een boek over Romeinse wc’s.
„De meeste wc’s stonden in de keuken; dat was wel zo praktisch. Zo konden de etensresten er bijvoorbeeld ook gewoon in gegooid worden en kon het water dat gebruikt was bij het koken ook gebruikt worden om door te spoelen”, aldus Jansen donderdag. Maar ze hadden geen stankslot, de zwanenhals zoals wij hem vandaag de dag kennen. „Alles liep rechtstreeks het riool in. Maar alles wat in het riool zat, kwam dus ook zo de keuken in. Ratten en vliegen bijvoorbeeld. En de stank natuurlijk”.
De wc’s hadden een stenen basis met daarop een houten plank. In die plank zat een rond gat om op te zitten en daarvoor een sleuf. Daar haalden de Romeinen de spons door die ze gebruikten om zich schoon te maken na de toiletgang. Of iedere Romein een eigen spons bij zich droeg, heeft Jansen niet kunnen achterhalen. „Maar ik betwijfel het. Romeinen hechtten best veel waarde aan uiterlijk vertoon. Ik denk niet dat ze over straat liepen met een vieze spons aan hun mooie toga gebonden.”
Ook al wisten ze nog niet wat bacteriën waren, toch waren ze zich wel bewust van de gezondheidsgevaren die aan het toiletbezoek hingen, denkt Jansen. „Dat zie je aan de amuletten die bij de wc’s hingen en de muurschilderingen en beeldjes van goden. Ze schreven ook toverspreuken op de muur bij de wc. Wij gebruiken chloor om ons te beschermen tegen ziektes; zij deden het op die manier.”
Jansen bestudeert al jaren de wc’s uit het Romeinse rijk. Daarbij is ze aangewezen op de overblijfselen van de wc’s zelf, omdat er over de toiletgang geen geschreven bronnen te vinden zijn.