Aanslagen in Bombay geen ver-van-mijn-bedverhaal
Wie zit erachter? Dat is de prangende vraag na de afschuwelijke bomaanslagen gisteravond in de Indiase havenstad Bombay. Gruwelijk was wat zich toen afspeelde op een moment van spitsuur in deze miljoenenstad. Uit piëteit met de slachtoffers moeten we ons ervoor wachten zulke gruwelijke aanslagen snel te verzakelijken door de vraag naar de daders te stellen. Luisteren naar ooggetuigenverslagen is dan in eerste instantie meer op zijn plaats.
En de details zíjn gruwelijk. Dat maakte bijvoorbeeld het verhaal van een straatverkoper duidelijk, die zag hoe een zwangere vrouw werd doodgetrapt toen er direct na een van de explosies paniek uitbrak onder de massa.
Juist vanwege de demonische trekken van zulke aanslagen ligt de dadervraag natuurlijk toch snel op de lippen. Terwijl in de media daarover al werd gespeculeerd, hield de Indiase regering zich vooralsnog op de vlakte. Voor die terughoudendheid verdient ze respect, temeer omdat verdachtmakingen in een bepaalde richting al te gemakkelijk voor de hand liggen.
Zo wordt in de Indiase media gewezen op de gelijkenis met de aanslagen van november 2008, ook in Bombay. Daarvoor bleek de Pakistaanse Lashkar e-Taiba (LeT) verantwoordelijk. Deze LeT is een islamitische terreurorganisatie die nauwe banden heeft met de Pakistaanse geheime dienst ISI, nota bene een officiële overheidsinstantie.
Volstrekt onverantwoord, om niet te zeggen krankzinnig is dat het Pakistaanse leger en de geheime dienst al sinds jaar en dag gebruikmaken van terroristische organisaties als de LeT. Pakistan zet de radicaalislamitische milities in om aartsvijand India onder druk te zetten bij het vinden van een oplossing rond de kwestie Kasjmir. Al sinds de scheiding van de twee landen wordt het recht op deze enige Indiase provincie met een islamitische meerderheid onder de bevolking door de islamitische staat Pakistan geclaimd. En het leger en de geheime dienst gebruiken het radicaalislamitische gedachtegoed maar al te graag als brandstof om deze conflicthaard brandende te houden.
Wat dat concreet voor gevolgen heeft, ondervindt het Westen in Afghanistan, want ook daar speelt Pakistan dit dodelijke spel. De taliban blijken er volstrekt ongrijpbaar, en dat komt vooral doordat ze de steun van buurland Pakistan genieten.
Wat dit Pakistaans geheul met terroristen vooral zo krankzinnig maakt is dat Pakistan, evenals India trouwens, een kernmacht is. Als een mantra klinkt het iedere keer weer ter geruststelling vanuit Islamabad: dat alles onder controle is. Dat eerder dit jaar een Pakistaanse radicaalislamitische geestelijke ertoe opriep de kernwapens in te zetten voor de islamitische zaak, daarover horen we de autoriteiten niet.
Juist vanwege de aanwezigheid van kernwapens in deze regio, zijn de aanslagen in Bombay bepaald geen ver-van-mijn-bedverhaal voor de rest van de wereld. De mix van nucleaire én radicaalislamitische ingrediënten, waarmee in dit deel van de wereld wordt geëxperimenteerd, zal immers een explosiekracht hebben die tot ver over de grenzen van Zuid-Azië te voelen zal zijn.