Religieus symbool taboe voor agent
DEN HAAG – Agenten mogen volgens een nieuwe gedragscode in diensttijd geen religieuze symbolen dragen. Grote tatoeages en piercings zijn ook niet langer toegestaan. De politiebonden zijn tevreden.
Het dragen van religieuze symbolen, zoals kruisjes, hoofddoekjes, baarden die uitdrukking geven aan een godsdienst en keppeltjes, strookt niet met de neutraliteit van de politie, zo staat in de nieuwe gedragscode die minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dinsdag naar buiten bracht. Volgens de bewindsman is de politie er voor iedereen. Het is daarom niet wenselijk dat aan agenten is te zien welke (levens)-overtuiging ze hebben.
Behalve aan religie mogen agenten in diensttijd ook geen uiting geven aan hun politieke overtuiging, geaardheid of vormen van lifestyle die afbreuk doen aan de gezagsuitstraling van het korps.
Grote tatoeages en piercings op opvallende plaatsen zijn ook niet meer toegestaan. Die kunnen burgers afschrikken. Agenten die al tatoeages hebben, moeten die gaan bedekken. Grote oorbellen en ringen zijn ook niet toegestaan. Die kunnen de veiligheid van agenten in gevaar brengen.
Verder staan er in de gedragscode voorschriften over haardracht en haarkleur. „Voor zowel heren als dames dient een uitzonderlijke haardracht te worden vermeden. Hierbij valt te denken aan extreme haarlengtes, en extreme vormen zoals hanenkammen dan wel een opvallende niet-natuurlijke haarkleur”, zo staat in de code te lezen.
De politiebonden kunnen wel leven met de bepalingen, zo blijkt uit de eerste reacties. Ze waren ook betrokken bij de opstelling van de code. Het vorige kabinet, Balkenende IV, was al bezig met regels over het uiterlijk van politieagenten. In eerste instantie wilde de regering met wetgeving hierover komen, maar daar verzetten de bonden zich tegen. Vandaar dat er nu in overleg een code is opgesteld.
De Nederlandse Politiebond zal de code „gedogen”. Secretaris Van de Pol vindt dat er ruimte moet zijn voor een zekere eigenheid van agenten.
De voorzitter van christelijke politievakbond ACP, Van de Kamp, toont zich tevreden over de gedragscode. Ook hij wil er niet al te strak mee omgaan.
De RMU heeft begrip voor de richtlijn en het streven naar een uniforme uitstraling: „Een uniform draagt men niet voor niets. Een belemmering voor christen hoeft dit niet te zijn. Immers, een christen zou juist door het gedrag moeten uitdragen wie hij of zij is.” RMU-woordvoerder Schaddelee benadrukt het om een richtlijn gaat: „De RMU hoopt dat er daarom in de praktijk op een verstandige manier mee wordt omgegaan.”