’Voldoende juridische basis voor Nederlandse bijdrage Irak’
Er is voldoende volkenrechtelijke grondslag voor een Nederlandse bijdrage aan de stabilisatiemacht in Irak. Die basis is gelegen in VN-resolutie 1483 waarin landen worden verwelkomd bij te dragen aan de veiligheid en stabiliteit in Irak.
Dat zei prof. dr. N. Schrijver, hoogleraar volkenrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, donderdag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Schrijver, die in maart van dit jaar van mening was dat er geen solide rechtsbasis was voor de Amerikaans-Britse aanval op Irak, zei verder dat de stabilisatiemacht onmisbaar is voor de toekomst van Irak. Voor de VN is volgens Schrijver eigenlijk niet meer dan een ’bijwagenrol’ weggelegd in Irak, terwijl het kabinet spreekt van een centrale rol voor de VN.
Schrijver vroeg zich hardop af of de gemiddelde Irakees het verschil zal zien tussen militairen van de bezettende macht (Amerikanen en Britten) of militairen van de stabilisatiemacht, zoals Nederlanders.
Bovendien zal de bezettende macht via de zogeheten ’autoriteit’ waarschijnlijk niet meer dan een klein regiokantoortje in de provincie Al-Muthanna hebben, waar de Nederlanders naar toe gaan. Nederlandse militairen komen daardoor in een ’grijs gebied’ waarin ze toch ook zorg moeten dragen voor de openbare orde, de civiele voorzieningen en het arresteren van oorlogsmisdadigers of Saddam-getrouwen. Terwijl dit eigenlijk zaken zijn die zijn voorbehouden aan de Amerikanen en Britten.