Nagegaan is of Van der V. zich heeft laten inspireren door de plot van ”Vier minuten voor half acht…”, een van haar schrijfsels. Dat bleek niet het geval. Hij gaf de voorkeur aan ouijaborden en elektronische apparaten om daarmee de geesten van overledenen te raadplegen. Beide zijn occult en als inspiratiebron vele malen obscuurder dan een detectiveroman.

Dat de onderzoekers dergelijke apparatuur hebben getraceerd, betekent nog niet dat de gisteren verschenen rapportages alle vragen beantwoorden. Daarvoor is de gekozen onderzoeksopzet achteraf bezien ietwat te beperkt.

Onduidelijk blijft de gang van zaken rond het afgeven en verlengen van wapenvergunningen. Om een voorbeeld te geven: vergunningaanvragen behoren mede te worden ondertekend door het bestuur van de schietvereniging waar de aanvrager de schietsport wil beoefenen. Dit betreft geen formaliteit; alvorens te tekenen dient via gesprekken de persoonlijke situatie van de aspirant-schutter in kaart te worden gebracht.

Of het bestuur van Dagschutters Vereniging Nieuwkoop waarbij Van der V. zich aansloot zich op die manier van zijn taak heeft gekweten is, zo staat in een van de rapporten, „niet uit het onderzoek naar voren gekomen.” Een inventarisatie van de handelwijzen binnen overige schietverenigingen was dan ook op haar plaats geweest. Dergelijk onderzoek is om onduidelijke redenen uitbesteed aan de Onderzoeksraad Voor Veiligheid, die echter hoofdzakelijk buiten het domein van het strafrecht opereert.

Ronduit onbevredigend is de paragraaf over de door ggz-instelling Rivierduinen aan Van der V. verleende zorg. Juridisch gezien bewandelde de instelling de juiste weg door te weigeren Van der V.’s dossier vrij te geven. Dat laat onverlet dat justitie er goed aan had gedaan de vraag naar de hulpverlening in een bredere context te bezien.

Heeft de psychiatrie voldoende zicht op de groep schizofrene en occult belaste Tristans? Wordt de occulte dimensie van hun handelen voldoende onderkend, de dreiging ervan op waarde geschat? Toen de langdurig gefixeerde Brandon afgelopen januari in het nieuws kwam, haastte de verantwoordelijke bewindspersoon zich om een denktank complexe zorg op te tuigen voor het optimaliseren van de zorg aan dergelijke patiënten. Komt er na het aangrijpende feitenrelaas van gisteren opnieuw zo’n initiatief?

Zinnige vervolgacties in de psychiatrie zijn op basis van de maandag gepresenteerde rapportages amper te bedenken. De inhoud ervan is daarvoor te summier.

Het is goed om nabestaanden na een drama als dat in Alphen niet nodeloos lang in onzekerheid te laten. Maar het streven naar een spoedige afronding lijkt hier te hebben geprevaleerd boven het stellen van minimumvereisten, zoals voldoende reikwijdte en diepgang aan het onderzoek.