Syrische alevieten houden rekening met doemscenario
DAMASCUS – De aanhoudende protesten en het bijna oneindige bloedvergieten in Syrië hebben de wereld opmerkzaam gemaakt op het bestaan van de alevieten in Syrië, die sterk geassocieerd worden met het huidige Syrische regime.
Officieel worden de alevieten een vertakking van de sjiitische islam genoemd. Zij beschouwen zichzelf ook als moslims, maar hun geloofsbeleving en (duistere) dogma’s staan zo ver af van zowel de sjiitische als de soennitische islam dat ze door beide groepen als regelrechte ketters worden gezien. Dat verklaart waarom de geschiedenis van de alevieten vooral getekend wordt door bloedige vervolgingen tegen hen, omdat hun als ”ongelovigen” het recht op bescherming (”dhimma”) werd ontzegd.
Christenen en joden werden door de soennitische meerderheid in Syrië als ”mensen van het boek” erkend en hadden daarom het recht om hun geloof te praktiseren, op voorwaarde dat ze zich hielden aan de bepalingen van het beschermingspact. Alevieten echter hadden uitsluitend recht op de keuze tussen bekering tot de ware islam of de dood.
De alevieten leefden volstrekt geïsoleerd in de berggebieden en dorpen van de westelijke provincie Latakia. Verschillende Franse bronnen omschreven de alevieten aan het begin van de Franse mandaatsperiode als de „meest verarmde en achtergestelde bevolkingsgroep van Syrië.” De Franse mandaatsperiode, die na de Eerste Wereldoorlog begon, zou een zegen blijken voor de alevieten. Zo kregen ze in juli 1922 van de Fransen het recht om een eigen autonome staat uit te roepen in Latakia. De dankbare alevieten werden de meest uitgesproken verdedigers van het Franse bestuur in Syrië.
Dit alles is historie, maar de geschiedenis heeft soms lange schaduwen. Afgelopen weken zijn er in Libanese kranten enkele artikelen verschenen die tot nadenken stemmen.
In Syrië doen reeds jaren geruchten de ronde dat de alevieten, die sinds de staatsgreep van Hafez al-Assad in 1970 stevig de touwtjes in handen hebben, zich in stilte op een doemscenario hebben voorbereid: de val van het door hen gedomineerde regime. De geruchten willen dat de alevieten de afgelopen decennia in de westelijke kuststreken van Latakia, hun hartland, heimelijk de complete infrastructuur voor een staat hebben aangelegd. Om zich hier terug te trekken, mocht op een dag onverhoopt het Syrische regime komen te vallen.
Aanhangers van deze theorie wijzen erop dat het Syrische regime sinds 1970 onevenredig veel geld heeft geïnvesteerd in deze westelijke provincie. De provincie Latakia is het Syrische ‘venster’ op de Middellandse Zee en kent twee grote havensteden: de gelijknamige stad Latakia en Tartus. Het Syrische regime heeft de afgelopen jaren contracten afgesloten met Iran en Rusland, die momenteel in deze beide havensteden fors investeren.
Ontwikkelingen in Syrië zullen ongetwijfeld onmiddellijk repercussies krijgen in het sektarisch verdeelde Libanon. Vandaar dat juist in Libanon de groeiende onrust in Syrië nauwlettend wordt gevolgd. Waarbij sommige Libanese schrijvers iets merkwaardigs opviel dat toeval kan zijn, maar net zo goed deel zou kunnen uitmaken van een uitgekiende strategie. Men dient zich hierbij de geografie van Syrië voor ogen te halen.
Zo’n twee maanden geleden werd de streek rond Tal Kalakh door het Syrische leger uitgekamd. Tal Kalakh ligt in het westen, ten zuiden van de lijn Homs-Hama. Vervolgens verplaatste het strijdtoneel zich naar het noordelijke Jisr al-Sharur en Idlib. Het is opvallend dat de activiteiten van het Syrische leger zich voortdurend concentreren op de lijn Idlib-Homs-Tal Kalakh. Het wordt steeds duidelijker dat het leger in het oosten van Syrië volstrekt afwezig is. Dair Zur bijvoorbeeld, dat in het oosten tegen de Iraakse grens aanligt, lijkt zich bijna ontwikkeld te hebben tot een stad die zich heeft onttrokken aan het gezag van de Syrische staat. Er zijn berichten dat de bewoners van Dair Zur alle foto’s en standbeelden van de Syrische president vernield hebben zonder enig ingrijpen van het leger. Alle activiteiten van het leger concentreren zich momenteel op de westelijke lijn Idlib-Homs.
Men kan uiteraard stellen dat het Syrische leger zijn krachten bundelt om in een latere fase de oostelijke provincies aan te pakken. Libanese kranten wezen echter op het volgende scenario. Zouden de alevieten zich inderdaad, na een eventuele machtswisseling, terugtrekken in de berg- en kustgebieden van Latakia, dan zal de lijn Idlib-Homs de meest westelijke verdedigingslijn worden van dit alevitische staatje.
Dit alles lijkt momenteel politieke fictie, maar veel Syrische alevieten vrezen wel degelijk wraakacties door een eventueel toekomstig door soennieten gedomineerd regime. Het in Libanese kranten beschreven scenario zou een herleving betekenen van de alevitische staat in Latakia van 1922. Het zou echter tegelijkertijd het begin betekenen van het ‘Joegoslavische model’ voor Syrië, waarbij het land uiteen zal vallen.