Dat heeft minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) maandag geschreven aan de Tweede Kamer. Met de scherpere aanpak kan de politie voorkomen dat gegevens over de psychische gesteldheid van een aanvrager blijven liggen, zoals in Alphen gebeurde.

De korpschefs besloten na de schietpartij in Alphen aan den Rijn al om het toezicht te verscherpen op meldingen van mogelijke psychische problemen bij mensen met een wapenvergunning. Nu wordt het verlenen van een vergunning nog meer gestandaardiseerd en verbeterd.

In navolging van het korps Hollands-Midden bekijken andere korpsen ook of er bij verleende vergunningen gegevens over de psychische gesteldheid of eerdere incidenten zijn blijven liggen.

Hiertoe is direct na het bloedbad in Alphen besloten, aldus een woordvoerder van de Raad van Korpschefs. „We gaan met een stofkam door de dossiers. Waar nodig worden extra huisbezoeken afgelegd.”

Bij de onderzoeken die nu zijn afgerond, was geen informatie uit medische dossiers van de schutter beschikbaar. Hulpverleners beriepen zich op hun medisch beroepsgeheim. Opstelten reageert daar nu nog niet op. Zijn woordvoerder wijst erop dat er nog meerdere onderzoeken lopen, onder meer in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.